'Belastingbeleid gemeente Ede verouderd en onvolledig'

EDE Het belastingbeleid dat de gemeente Ede voert is verouderd en onvolledig. Dat concludeert de rekenkamercommissie naar aanleiding van een onderzoek. De commissie wil met haar onderzoek de burgers en de gemeenteraad van Ede inzicht bieden in het beleid van de gemeente Ede ten aanzien van haar gemeentelijke heffingen én welke ambities en beleidsvoornemens de gemeente met haar heffingen wil realiseren. De commissie presenteert op 8 maart de uitkomsten van haar onderzoek aan de gemeenteraad van Ede.

Uit het onderzoek van de rekenkamercommissie blijkt onder andere dat de gemeente Ede bij de vormgeving van haar heffingen gebruik maakt van de beleidsruimte die de wet biedt. Zo maakt de gemeente maximaal gebruik van de wettelijke mogelijkheden op het gebied van kwijtschelding.

Verder blijkt uit het onderzoek dat het beleid dat de gemeente ten aanzien van haar gemeentelijke heffingen heeft geformuleerd verouderd en onvolledig is. De commissie stelt in haar onderzoek bijvoorbeeld vast dat recente ontwikkelingen, zoals de invoering van de precariobelasting per 1 juli 2016, niet terug te vinden zijn in de Nota lokale heffingen.

Uit het onderzoek van de rekenkamercommissie blijkt ook dat de gemeente slechts in beperkte mate onderbouwt welke beleidsmatige overwegingen een rol spelen bij het bepalen van de heffingsgrondslagen en de hoogte van de tarieven. Bij de forensenbelasting is bijvoorbeeld onduidelijk hoe de huidige waardeklassenindeling is bepaald.

AANBEVELINGEN De rekenkamercommissie beveelt het college aan om op korte termijn, in 2018, de huidige Nota lokale heffingen te actualiseren. De huidige nota stamt namelijk uit 2005. Volgens de commissie moet uit deze geactualiseerde nota onder meer duidelijk worden wat de wettelijke grondslag is van een belastingheffing, waarom de gemeente de heffing invoert en hoe zij deze vorm geeft.

Verder beveelt de commissie het college aan om de keuzes ten aanzien van heffingsgrondslagen en tarieven beter beleidsmatig te onderbouwen. Volgens de commissie moet de gemeente namelijk aan derden -bijvoorbeeld wanneer een burger een klacht of bezwaar heeft ten aanzien van een gemeentelijke heffing- kunnen uitleggen hoe zij een heffing heeft vormgegeven en welke beleidsmatige overwegingen en keuzes daar destijds aan ten grondslag lagen.

Uit de reactie van het college van b en w van de gemeente Ede blijkt dat het college de aanbevelingen van de commissie voor het grootste deel ondersteunt. 

PRESENTATIE De rekenkamercommissie presenteert haar onderzoeksrapport tijdens de informatieve bijeenkomst van de Politieke Dag Ede van 8 maart 2018.