Ede pleit voor meer preventie in de zorg

EDE De gemeente Ede vindt dat er meer moet worden gedaan aan de preventie in de zorg. En dat daar meer aandacht en geld voor moet zijn. Dat zegt het gemeentebestuur volgens wethouder Geert Ritsema, onder meer als reactie op de rijksnota ‘Zorg in de toekomst’.

In Ede speelt nogal wat in de zorg, ervaart Ritsema. ,,Daarom hebben wij als college gezamenlijk gekeken wat de landelijke overheid moet doen op het gebied van de zorg. Het voorkomen van gezondheidsproblemen moet meer aandacht krijgen. Interessant is dat daarover in de regio al wat wordt gedaan. Bijvoorbeeld Menzis heeft een preventiefonds opgericht. Wij vinden het positief hoe zorgverzekeraar met andere partijen samenwerken om iets aan de preventie te doen. Het is een pilot.”

GEZONDE VOEDING Ede heeft aan het rijk aangeven dat meer zorgverzekeraars dit soort initiatieven zouden moeten nemen. Ook wil Ede dat er meer aandacht moet zijn voor een gezonde voeding. ,,Bijvoorbeeld door voeding in een lagere btw-groep in te delen. Er moeten meer stappen worden gezet om ongezond gedrag te ontmoedigen door dat om minder plekken te kunnen aanbieden. Dat ongezonde voeding niet meer op stations of in supermarkten mag worden verkocht.”

Ede vindt dat er momenteel te veel in hokjes wordt gekeken naar gezondheid. ,,Dat moet meer integraal worden gedaan. We willen dat er meer geld beschikbaar komt voor betere, gezondere woningen, waardoor mensen minder ziek worden. Als dat gebeurt moeten de kosten die worden uitgespaard teruggeheveld worden naar het woondomein.”

TEKORT AAN ARBEIDSKRACHTEN Er wordt tegenwoordig veel gesproken over een tekort van arbeidskrachten in de zorg. ,,Te weinig mensen kunnen het werk doen. Voor het personeel moet er meer werkplezier komen. Wat er aan ontbreekt is een goed salaris voor het personeel in de zorg. Tekenend is dat het woord salaris in de rijksnota helemaal niet voorkomt. Als je wilt dat er meer mensen gaan werken in de zorg zal er gekeken moeten worden naar een betere salariëring”, besluit Ritsema.

door Jan de Boer