‘Varen naar de wadden’

28 september 2011 om 00:00 Achtergrond

‘Varen naar de Wadden’ is een praktisch boek voor vaarlustigen. Het is een reisverslag met veel foto’s, dat ook een inkijkje biedt aan mensen die minder van varen weten en nieuwsgierig zijn naar hoe het is om met een boot onderweg te zijn. Varen naar de Waddeneilanden is niet de meest eenvoudige bezigheid. Bakkenes geeft in zijn boek uitleg en tips, die helpen om goed voorbereid op pad te gaan.

LUNTEREN - Henk en Diny Bakkenes varen al ruim veertig jaar. Intussen hebben ze hun achtste boot. De laatste jaren verblijven ze van begin april tot eind september op hun ‘verplaatsbare huis’. De andere helft van het jaar wonen ze in Lunteren. Henk is vaste medewerker van het maandblad Motorboot. Onlangs verscheen van hem het boek ‘Varen naar de Wadden’, waarin hij meerdere van zijn vaartochten beschrijft. door Bram Wisse

Ameland

Goed voorbereid op weg gaan doet niet iedereen. Als Bakkenes met zijn Staverse kotter, de ST 68, aan de kopsteiger in de haven van Schiermonnikoog ligt en een glimmende kruiser op een plek voor hem aanmeert, komt de schipper even later naar hem toe met de vraag hoe hij de volgende dag het beste naar Ameland kan varen. Hij heeft een kaart bij zich, waarop hij wijst naar een geel vlak tussen Schiermonnikoog en Ameland. Hij wil weten of dat ook een eiland is en langs welke kant hij daar omheen moet. Bakkenes in zijn boek: ,,Hij wijst de Engelsmanplaat aan. Stomverbaasd kijk ik hem aan. Ik had weleens gehoord dat men met een landkaart het IJsselmeer wilde oversteken, maar zo’n schipper was ik nog nooit tegengekomen. Nu ontmoet ik er één, die er zelfs mee naar de eilanden vaart.’’

Rubberboot

‘Varen naar de Wadden’ staat vol met verhalen over ontmoetingen met havens, met mensen en met situaties die het varen spannend en leuk maken. Bakkenes combineert varen en schrijven. Als vaste medewerker van Motorboot doet hij geregeld verslag van zijn vaartochten. Varen zelf doen hij en Diny al meer dan veertig jaar. ,,Onze passie begon met een simpele rubberboot op vakantie in Italië. Later kwam er een rubberboot met een sterke motor, waarmee onze kinderen in Zuid-Frankrijk konden waterskiën.’’ Daarna was er een vakantie in Wanneperveen in een kleine kajuitboot, die in de loop der jaren uitgroeide tot de huidige Staverse kotter. Bakkenes: ,,Die hebben we inmiddels al meer dan vijftien jaar. In het begin durfden we met wat wind het Tjeukemeer nog niet over. Later staken we met gemak het IJsselmeer over. Ik haalde alle nautische papieren en deed theoretische kennis op van de zeevaart die we in de praktijk brachten door via de Noordzee naar Denemarken, Zweden en Noorwegen te varen en ook door de gevaarlijke Duitse Bocht te gaan. We bezochten geregeld de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden.’’

Donau

In 1991 lazen Henk en Diny een artikel in NRC Handelsblad over de opening van het Main-Donau-Kanaal. Dit kanaal maakte het mogelijk vanaf de Noordzee via de Donau naar de Zwarte Zee te varen. Bakkenes, die in die tijd nog als uitgever bij de BDU in Barneveld werkte: ,,We keken elkaar aan en zeiden bijna gelijktijdig dat we dat wel wilden gaan doen, wanneer we in gezondheid de vut zouden mogen beleven. En uiteindelijk kon die reis gemaakt worden: via de Donau naar de Zwarte Zee en daarna door de Bosporus. Het gaf een overheerlijk en overwinnend gevoel om met je eigen boot op de grens tussen Europa en Azië te varen.’’Ruim vier jaar duurde die ‘reis van hun leven’. Het ging naar Istanbul, de Zee van Marmara, de Dardenellen, de Egeïsche Zee. In de haven van Ayvalik, aan de westkust van Turkije, bleven Henk en Diny twee jaar. Ze bezochten Griekenland en veel eilanden tussen de beide landen in. ‘s Winters ging hun boot een paar maanden op de wal en vlogen ze zelf naar huis. Na twee jaar voeren ze naar Athene, door het kanaal van Korinthe en over de Adriatische Zee naar Italië. Vandaar naar het zuiden van Frankrijk, waar ze opnieuw een jaar bleven. Via Rhône, Saône, Moezel en Rijn vervolgens weer terug naar Nederland.

Bij hun Staverse Kotterclub vertelde Bakkenes over hun avontuur. Er verscheen een verhaal in de Vaarkant van de Telegraaf. ,,Daarna vroeg Motorboot - toen nog geen eigendom van de BDU - om een serie over onze reis. Eigenlijk had ik aan deze verplichting geen zin. Ten slotte ben er toch voor gezwicht. En ik begon het schrijven steeds leuker te vinden. Daarna ging ik vaker reisverhalen schrijven, zoals over een reis van vijf maanden die wij door Duitsland hebben gemaakt. Een andere serie gaat over onze reis door Europa. Daarvan verschijnt volgend jaar een boek bij de BDU onder de naam ‘Een rondje Europa’.’’

,,Varen is voor ons allebei een passie’’, aldus Bakkenes. ,,Wat wij doen moet je samen willen, dan heb je er het echte plezier in. Onze hond Sjimba, een Rhodesian Ridgeback, heeft tot haar dood alle reizen meegemaakt. Onze kotter van twaalf meter lengte beschouwen we als ons verplaatsbare, tweede huis. Vanaf begin april tot eind september verblijven we er op. We hebben er al het nodige. Onze eigen fietsen zijn aan boord. Als het ons ergens niet bevalt gaan we wat verderop. Vaak genieten we van de rust van de natuur. Heel mooi is het overnachten op het wad of op één van de Waddeneilanden. Schiermonnikoog is het mooist. We hebben daar eens zes weken in de haven gelegen, met de kuip, de achterzijde van de boot, naar het wad. Je zag iedere zes uur de eb en vloed verschijnen. Dat is een natuurverschijnsel om geen genoeg van te krijgen.’’

Henk Bakkenes, Varen naar de Wadden, Koninklijke BDU Uitgevers Barneveld, 126 pagina’s, € 15,50.

Lunteraan Henk Bakkenes beschrijft vaartochten naar Waddeneilanden

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie