Harskamp 2011: 'Een zomer met bizarre wending'

28 december 2011 om 00:00 Achtergrond

Een dag als alle andere. Dat zou het worden. Om half zeven staat Wesley van Omme naast zijn bed. Het is 17 juni 2011. De zomer is vroeg dit jaar; ook deze dag belooft zonovergoten te worden.

HARSKAMP - De levens van een 20-jarige Scherpenzeler en dat van de 18-jarige Wesley van Omme uit Harskamp doorkruisen elkaar op vrijdag 17 juni op dramatische wijze. De laatste krijgt van de eerste geen voorrang en wordt geschept op zijn bromfiets. Wat een zomer vol werk zou worden, werd er één van herstel en revalidatie. Wesley vertelt over het ongeval dat hem louter bij de gratie van ,,een heel leger engeltjes op zijn schouder” niet fataal werd. door Luuk Esser

Moeder Kea is ook al uit de veren, als altijd. In stadia gaan haar zoons ‘s ochtends naar hun werk. Melvin als eerste, dan Wesley, als laatste Ricardo. Wesley vertrekt om tien over half zeven. Op zijn bromfiets gaat hij op weg naar Kootwijkerbroek, waar hij vanuit zijn mbo-opleiding Metaalbewerking werk heeft gevonden als lasser.

Op hetzelfde moment ontwaakt een 20-jarige jongen in Scherpenzeel. De avond ervoor heeft hij het laat gemaakt. Het drinkgelag was van hoog niveau, maar tijd om daarbij stil te staan, heeft hij niet. De ochtend is aangebroken en ook hij moet naar zijn werk. Opschieten, snel de auto in. Hij start zijn Audi A3. Op weg naar Kootwijkerbroek.

De routes van Wesley en zijn leeftijdgenoot uit Scherpenzeel kruisen elkaar rond 07.00 uur op dramatische wijze.

Politie op het erf. Kea en zoon Ricardo lopen beiden al buiten. Ricardo gaat naar zijn werk, Kea loopt met hem mee. Politie? ,,Ze komen voor jou”, roept Kea naar Ricardo, en wijst naar de twee agenten. Het zijn de maanden na het schietdrama in Alphen aan den Rijn; de politie is volop bezig met het controleren van de verlofregelingen voor wapenbezit. Ricardo is een fervent schutter op de baan en lid van een vereniging, net als Wesley. Hij zal wel aan de beurt zijn.

Maar de agenten komen met een heel ander doel.

Het gesprek ging zoals je verwacht, vertelt moeder Kea er nu over. Samen met Wesley kijkt ze terug op die zomerse junidag.

Wesley zit in een luie stoel in de hoek van de woonkamer, en speelt af en toe met zijn koffiemok. Dit is zijn vaste stek geworden de afgelopen maanden, tegen wil en dank.

De agenten hadden eerst de vraag gesteld: of zij de moeder was van...? Daarna dat Wesley was overgebracht naar het UMC in Utrecht. ,,Ik kon alleen denken: Utrecht? Dan is het goed mis.” Het geregel begint dan meteen. Kea wil naar Utrecht, zo snel mogelijk bij Wesley zijn. ,,Ik voelde me zo machteloos. Je weet niet wat er precies aan de hand is, hoe het met Wesley gaat. Je wilt maar één ding: hem ondersteunen. Maar je weet ook dat je op dat moment weinig voor hem kunt doen.”

In Utrecht wordt haar eerst nog geadviseerd niet bij Wesley langs te gaan, maar het advies slaat ze in de wind. Als ze Wesley ziet, maalt in haar hoofd: dit is een scenario als in een slechte horrorfilm. ,,Een film die ik zelf meteen zou afzetten. Wesleys gezicht was helemaal opgezwollen, twee keer zo dik. En overal zag je wonden. Ik dacht meteen: een leger engelen heb je ervoor nodig gehad, Wesley, om dit te overleven.”

Wesley is dan zelf al bijgekomen. In de ambulance wordt hem voor de eerste maal verteld dat hij een ongeluk heeft gehad, dat hij in de ambulance ligt en naar Utrecht wordt gereden.

Het ongeluk zelf, daar herinnert Wesley zich weinig meer van. Het incident gebeurde op het punt waar de Westerhuisweg kruist met de Dwarsgraafweg en Laageinderweg in Kootwijkerbroek. Wesley reed met zijn brommer over de Westerhuisweg. Toen hij de gelijkwaardige kruising naderde, keek hij nog eens goed om zich heen, maar een snelle blik leerde dat er geen verkeer aankwam. Tot het moment waarop vanaf de linksgelegen Laageinderweg ineens de Audi A3 opdoemde. Hij weet nog dat hij de motorkap van de auto op zich af zag komen, daarna werd het zwart.

Nog even komt hij bij, dat moet een paar minuten later zijn geweest. Hij merkt dat hij vast zit, ziet even verderop een van zijn veiligheidshandschoenen liggen in een vijvertje van een voortuin. Denkt: ik ben er geweest. ,,’Dat was ‘m’, ging door mijn hoofd heen. Maar voordat ik over die constatering langer kon nadenken, zakte ik alweer weg.”

Het absurde van de situatie kan dan nog niet door Wesley doordringen. Nadat hij geschept is op zijn bromfiets wordt hij als het ware gelanceerd door de klap op de motorkap. Hij vliegt door de lucht en landt uiteindelijk in de ijzerscherpe punten van een sierhek, dat om een naastgelegen huis staat.

De punten van het sierhek werken als een soort messen, want Wesley is er letterlijk in vastgespietst. Twee punten gaan onder zijn kin naar binnen, waarvan er een vlak onder zijn linkeroog uitkomt. Een andere punt gaat vlak boven het hart naar binnen, een ander onder de linkeroksel. Zijn helm en hoofd zitten vastgepind tussen twee hekpunten. Ambulancebroeders constateren snel dat een trauma-arts per helikopter moet overkomen, want er rijst een complexe vraag: hoe Wesley hier zo goed mogelijk uit te krijgen?

In het fotoboekje dat Wesley laat zien, is te zien hoe de brandweer bezig is het hek open te zagen. Besloten werd om Wesley met hek en al los te maken, en het hekwerk pas uit zijn lichaam te verwijderen als dat helemaal los was gemaakt. In de tussentijd moet Wesley continu omhoog worden gehouden, want het hekwerk grenst aan een slootje, waardoor hij geen ondergrond onder zijn voeten heeft. De kans is aanwezig dat de punten daardoor steeds verder in zijn lichaam wegzakken. Uiteindelijk wordt Wesley op zijn rug gelegd en het hekwerk heel voorzichtig uit zijn lichaam verwijderd.

Wesley kijkt vrij nuchter naar de foto’s, die zijn gemaakt op 17 juni. ,,Het was een aardig ongelukje”, constateert hij.

Wat heet, een aardig ongelukje. Kea vraagt zich in die eerste uren na het ongeluk steeds af: komt dit ooit nog goed? Ze heeft dan net gehoord dat Wesley nog dezelfde middag geopereerd zal worden. Het is een drieledige operatie, waarbij zowel de orthopeed, kaakchirurg als plastisch chirurg betrokken zijn.

Tijdens de operatie wordt Wesleys jukbeen teruggevonden in zijn wang. De wond bij zijn hart is zo diep dat de artsen later zeggen dat ze het van de buitenkant hebben zien kloppen. De knieschijf van Wesley blijkt in vier stukken te zijn gebroken, en wordt met bouten en plaatjes aan elkaar gezet. De linkerbovenarm is zeer gecompliceerd gebroken en wordt voorzien van stalen pinnen, die voor altijd moeten blijven zitten. Eén van de hekpunten die in zijn kin naar binnen is gedrongen, heeft een lipzenuw onherstelbaar beschadigd. Daardoor is Wesleys lip deels verlamd en functioneert de speekselklier aan de linkerkant niet meer.

De tijd die hij daarna in het ziekenhuis doorbrengt, is vooral heel saai, herinnert Wesley zich. ,,Ongelooflijk, ik heb me nog nooit zo verveeld. Iedereen op mijn kamer lag maar te zeuren over het eigen leed. Ik was blij dat ik er weg was.” Niet dat hij thuis nou zo veel kan doen, maar weg uit het ziekenhuis is al een hele opluchting. En zijn vrienden ziet hij nu ook steeds vaker. Door hen is hij er doorheen gesleept deze zomer, zegt Wesley. Een harde kern van acht jongens heeft hem steeds opgehaald en hem op sleeptouw genomen. ,,Daar heb ik ontzettend veel aan gehad. De maanden na het ongeluk kon ik niks anders dan in een stoel zitten. Dan is het heerlijk dat er mensen zijn die je af en toe naar buiten toebrengen.”

Momenteel is Wesley aan het revalideren, vooral om de kracht in zijn linkerarm en knie terug te krijgen. Zijn hele leven is op zijn kop gezet. Niet alleen kwam zijn zomer in het teken te staan van het ongeluk, ook de nasleep is zwaar. Zo loopt hij een jaar vertraging op met zijn mbo-opleiding, omdat hij nu onmogelijk kan lassen. ,,En schieten gaat ook niet meer. Dat was een favoriete hobby van me, maar ik heb nu te weinig kracht in mijn arm.” Het debuut als autobestuurder is door het ongeluk ook uitgesteld. Zijn theorie had hij op de 17e juni al binnen, zijn praktijkexamen stond gepland. ,,Maar door mijn linkerarm is het nog niet mogelijk om het stuur goed vast te houden.”

Het ongeluk heeft ook psychische gevolgen gehad. Met name in de eerste maand na het ongeluk heeft Wesley nog veel nachtmerries gehad waarin hij de Audi weer voorbij zag flitsen. ,,En hij is een beetje zwaarmoedig geworden”, zegt moeder Kea. ,,Voor het ongeluk heb ik hem daar nooit op betrapt, was het een vrolijke jongen die nooit ergens moeilijk over deed. Maar dat vele thuiszitten, dat is niks voor hem en dat merk je. Hij is meer kortaf geworden, en staat minder open voor nieuwe dingen.”

De rechter heeft inmiddels uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de bestuurder van de auto en hem veroordeeld tot negen maanden celstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk. Bovendien heeft de inmiddels 21-jarige jongen een rijontzegging opgelegd gekregen voor de duur van drie jaar. Een grote rol speelde dat de Scherpenzeler nog restalcohol in zijn bloed had; de avond daarvoor had hij tien biertjes gedronken en was hij pas om 00.30 uur thuisgekomen. Toen het ongeluk gebeurde had de jongen - beginnend bestuurder - pas drie maanden zijn rijbewijs terug. Daarvoor was hem het rijbewijs voor de duur van acht maanden ontzegd. Hij is eerder in contact gekomen met politie en justitie, ook vanwege rijden onder invloed. Tijdens de rechtszaak verklaarde de Scherpenzeelse jongen wel naar rechts te hebben gekeken, maar Wesley over het hoofd te hebben gezien. Ondanks het feit dat hij zich bewust was van de gevaarlijke kruising is hij die met 70 tot 80 kilometer per uur overgestoken.

Wat Wesley steekt, is dat de jongen nooit iets van zich heeft laten horen. Geen enkel teken van medeleven kwam er tot nu toe, ook niet in de rechtszaal. ,,Dat maakt de boel extra klote. Die jongen beseft niet wat hij heeft aangericht. Mijn leven is overhoop gehaald, alleen omdat hij het nodig vond om een avondje te zuipen. Hoe moeilijk is het dan om een kaartje te sturen of een keer langs te komen? Als je zoiets aanricht, neem dan in elk geval je verantwoordelijkheid.” Nu hoeft het voor Wesley niet meer. ,,Alles wat er nu nog komt, is veel te laat.”

Zijn moeder ziet nog wel een lichtpuntje, als ze terugblikt. De hechtheid van haar gezin was enorm. ,,Iedereen stond voor elkaar klaar. Je wordt als gezin hechter als zoiets je overkomt.” Wesley hoopt vooral dat de revalidatie de kracht in zijn arm en knie terugbrengt. Vooral de arm is nog wel een zorgenkindje. ,,De fysiotherapeut denkt dat ik maximaal 80 tot 90 procent van mijn kracht zal terugwinnen, maar dan moet wel alles goed gaan.”

In de toekomst kijken, doet Wesley niet. ,,Als ik niks plan, kan het ook niet tegenvallen.”

* De informatie over de 21-jarige jongen uit Scherpenzeel is ontleend aan de uitspraak in de strafzaak die tegen hem is gevoerd. De uitspraak is te vinden via volgnummer LJN: BU2098 via www.rechtspraak.nl.

Foto 1:

Wesley van Omme werkt hard aan zijn herstel.

Foto 2:

Medewerkers van de brandweer en ambulancepersoneel hebben Wesley van Omme bevrijd van zijn benarde positie aan het hek.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie