Digitaal onderwijs helpt CHE, maar lost niet alles op

EDE Het was een maand geleden snel schakelen, toen de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) hoorde dat ze de deuren moest sluiten vanwege het coronavirus. Een verandering in lesgeven en voor omgang tussen studenten en docenten, toetsing en overgang. De CHE past zich zo goed mogelijk aan, maar niet alle problemen zijn op te lossen.

Fleur Bubbert

De school besloot begin deze maand om alle lessen tot aan de zomer digitaal te geven. ,,De behoefte aan duidelijkheid nam behoorlijk toe. We kunnen altijd nog kijken als er opeens weer dingen mogen. Beter zo, dan dat je elke drie weken constateert dat je opnieuw drie weken niet kan doen wat je wilde", legt Wim van Velzen uit over het besluit. Hij is directeur dienst service & expertise en faciliteert vanuit deze positie het onderwijs binnen de CHE. Op dit moment is Van Velzen ook lid van het CHE-crisisteam.

SNEL SCHAKELEN De digitalisering van het onderwijs kwam op de CHE in een stroomversnelling. In anderhalve week werden colleges online georganiseerd en toetsen aangepast, zodat deze online plaats kunnen vinden. ,,Dan loopt misschien nog niet alles zoals je wilt en zitten er wat kinderziektes in, maar de omslag naar het online onderwijs en het thuiswerken is wel verbazingwekkend snel gegaan", zegt Hermen Ridderikhof, een ander lid van het crisisteam. Een groot voordeel was dat de online infrastructuur er al lag: de CHE gebruikte al Microsoft Teams en de online leeromgeving Itslearning.  ,,De techniek bleek al heel vlot te werken eigenlijk. Het was snel schakelen, maar door zo'n duidelijk gezamenlijk belang, voelde het ook heel vanzelfsprekend", zegt Van Velzen.

Digitaal lesgeven blijkt best mee te vallen

De overstap naar digitaal lesgeven was niet voor elke docent even gemakkelijk. De één is nou eenmaal digitaal vaardiger dan de ander. Maar met onderlinge hulp en een beetje prutsen kregen zelfs de grootste digibeten de techniek onder de knie. ,,Ik denk dat mensen nu zien dat iedereen zich dat toch heel snel eigen maakt als je geen alternatief hebt. En dat het best mee blijkt te vallen", aldus Ridderikhof. Een gelikte presentatie hoeft het niet te zijn, als de studenten en docenten maar op de inhoud van het college kunnen focussen. Dat er hier en daar een kleuter om aandacht komt vragen tijdens het geven van een college, hoort nou eenmaal bij deze vreemde situatie.

PRAKTIJKERVARING Dat de colleges nu online worden gegeven, betekent niet dat alle problemen in één keer zijn opgelost. Een groot onderdeel van het hbo is praktijkervaring opdoen en dat is in deze situatie een uitdaging. Vooral bij de opleiding verpleegkunde is dat momenteel een probleem. Veel docenten van deze opleiding zijn nu óf mensen aan het bijscholen die weer terug in de zorg komen vanwege de coronacrisis of ze zijn zelf weer aan het werk in de zorg.

,,Dit betekent dat ze er voor het eigen onderwijs niet zijn. Daarnaast werden stages van studenten opeens onderbroken, omdat ze bijvoorbeeld vanwege besmettingsgevaar niet meer in het verzorgingshuis mochten komen", licht Ridderikhof toe. Maar ook praktische colleges kunnen niet altijd online worden gegeven. ,,Je kunt niet leren prikken op anderhalve meter afstand."

Vragen studenten gaan over financiën en studievoortgang

Studenten kampen dan ook met onzekerheid door de aangepaste vorm van onderwijs en toetsing. ,,De vragen die we krijgen, gaan voornamelijk over financiën en studievoortgang", aldus Ridderikhof. Daar moeten we zo snel mogelijk antwoorden op zien te vinden, terwijl dat juist ook de processen zijn waar je aan bepaalde afspraken van het ministerie of de Vereniging Hogescholen gebonden bent. Dus het is een uitdaging om dat vlot én correct te doen." Die balans is hier en daar nog zoeken voor de CHE.

VERTRAGING Dat studenten studievertraging oplopen of later in de knel zullen komen, is volgens Van Velzen niet te voorkomen. ,,Het spannendste is dat denk ik bij de huidige tweede- en derdejaars. Hoeveel dingen gaan nu vertragen, waar ze uiteindelijk een keer last van gaan krijgen? Dat deze crisis ergens gevolgen heeft die je niet kunt compenseren, dat is een gegeven waar we allemaal wel mee te maken krijgen. Daar helder over zijn en kijken wat je binnen je kader wel kunt, dat is volgens mij de belangrijkste opdracht die we hebben." 

Op dit moment weet de CHE nog weinig over de situatie onder studenten, bijvoorbeeld of alle afstudeerkandidaten door kunnen met hun afstudeeropdracht. Van Velzen: ,,Het feit dat we daar geen zicht op hebben, geeft misschien wel aan dat we de fase hebben gehad van zo snel mogelijk vervangen wat we al hadden. Nu moeten we de nieuwe fase in: als dit het nieuwe normaal is, hoe zorgen we er dan voor dat we niet alleen weten wat wij doen, maar dat we ook zien wat studenten doen? Dat is waar het nu om gaat."