Aanrijtijd brandweer ‘te streng’

27 juni 2012 om 00:00 Voorpagina

Een inspectierapport laat zien dat brandweerkorpsen in ons land de vereiste aanrijtijden vaak niet halen, variërend van 15 tot 60 procent van de gevallen. In Gelderland-Midden is dit percentage 40 procent.

,,Meer winst te halen bij vuurlocatie’’ EDE - De brandweer van Ede komt in twintig procent van de gevallen te laat op locatie. Maar volgens commandant Michel Kamphuis zijn de eisen te streng en kost het bakken met geld om met zijn personeel slechts anderhalve minuut tijdwinst te boeken. ,,We kunnen er beter voor zorgen dat een brand sneller ontdekt wordt. Dat kan veel minuten winst opleveren.’’

door Freek Wolff

In Ede is een beroepskorps gestationeerd een bezetting van acht man en twee bevelvoerders, dagelijks paraat van 7.30 tot 16.30 uur. Buiten die tijd moeten de brandweerlieden binnen drieënhalve minuut op de kazerne zijn en de poort uit rijden. Afhankelijk van het soort pand is de gestelde aanrijtijd vijf, acht (woonhuis) en tien (bedrijven/kantoren) minuten. In de buitendorpen zijn korpsen actief met vijftien vrijwilligers per woonplaats, elk met zijn eigen verzorgingsgebied. Na een melding berekent een geautomatiseerd computersysteem direct welk korps het snelst aanwezig kan zijn.

,,De eisen zijn te streng’’, zegt Kamphuis. ,,Tegelijk moet je bedenken dat het niet uitmaakt of je nu twee seconden of twee minuten te laat aankomt. Je wordt in beide gevallen ‘afgetikt’ dat je te laat bent. We zijn al jaren bezig om de snelheid te verbeteren, maar het houdt een keer op. Een 24-uursdienst zou mogelijk zijn, maar daar boek je misschien anderhalve minuut winst. Dat kost heel veel geld en de vraag is of dat zinvol is.’’

De kern van het verhaal is volgens de Edese commandant dat de inventaris van een woning er tegenwoordig heel anders uitziet dan dertig jaar geleden. ,,Toen duurde het wel vijftien minuten totdat een brand tot ontwikkeling kwam, maar nu is dat binnen drie minuten al het geval. Dit komt doordat de spullen vroeger veel robuuster waren. Heden ten dage heeft iedereen veel meer kunststoffen in tv’s, computers, kleding, matrassen en meubels. Dan staat een woning binnen drie minuten stijf van de rook. Als je daar in zit, slaat dat meteen op je longen en raak je snel gedesoriënteerd.’’

In de ogen van Kamphuis heeft het daarom weinig zin om te kijken naar de repressieve kant bij de brandweer, maar is het beter als de uitbraak van de brand sneller bekend is. ,,Een rookmelder van tien euro kan je leven redden.’’

Wat betreft de brandweer wijst hij op de tijd die verloren gaat: bij de meldkamer en als de knop wordt ingedrukt dan gaan de piepers van de brandweerlieden nog steeds niet af. ,,We zijn gekoppeld aan het landelijke systeem 2000 en dat betekent dat je soms in een wachtrij staat. Wij hebben te maken met schakelsystemen die tijd kosten. Vroeger kon je rechtstreeks bellen, maar toen wist men vaak het telefoonnummer niet. De vraag is dus waar je tijdwinst of tijdverlies dan ligt. Maar winst boeken tussen het moment van melding en uitrukken, kun je met het huidige budget marginaal noemen.’’

Kamphuis blijft hameren op de winst die te halen is in de ontdekkingstijd van een brand. ,,De vraag is hoe serieus je een rookmelder neemt.’’ De commandant herkent de irritatie en het ongemak van loeihard gepiep (ook ‘s nachts) als de batterij leeg is, als back-up bevestigd, voor het geval de elektriciteit uitvalt. ,,Ja, daar is nog een verbeterslag te maken. Maar als de brand in je meterkast begint, kan de elektrische aansluiting van je rookmelder uitvallen...’’

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie