Oud-Lunteren: van station tot museum

3 oktober 2012 om 00:00 Nieuws

LUNTEREN - 'Lunteren is een redelijk fraai dorp, een uur ten noordwesten van Eede gelegen. De postwagen van Arnhem naar Amsterdam krijgt hier verse paarden'. Dit citaat komt uit de Franse tijd van 1811 tot 1818 en is een vroege overlevering van hoe destijds tegen het dorp werd aangekeken.

Vanaf het begin van de twintigste eeuw was de trein inplaats van de bovengenoemde paard en wagen een belangrijk transportmiddel voor Lunteren en de Veluwe. Op 1 mei 1902 werd de spoorlijn tussen Nijkerk en Ede geopend en geëxploiteerd door de Nederlandsche-Centraal-Spoorweg-Maatschappij.

Slopershamer

Het stationsgebouw dat in Lunteren aan de Kippenlijn verrees, speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van het tegenwoordige museum Oud-Lunteren. In de jaren zeventig van de vorige eeuw nam de NS namelijk het besluit het Lunterse stationsgebouw te gaan slopen. Lunteren was onmiddellijk in rep en roer en een comité onder leiding van de heren Hoekstra, Pot en Landman werd in het leven geroepen met als voornaamste doel het oude stationsgebouw van de slopershamer te redden. Daartoe werd op 1 februari 1974 een stichting in het leven geroepen. De leden staken hun hele ziel en zaligheid in de actie om het doel te bereiken: behoud van het markante spoorweggebouw!

En daarmee werd de basis gelegd voor een heus Lunters museum, nu bijna veertig jaar later. Toen het behoud van het stationsgebouw, door de nooit aflatende acties van de stichting, in 1979 eenmaal een feit was, werd de stichting omgezet in de Vereniging Oud-Lunteren. Het zou mooi geweest zijn, als de vereniging het stationsgebouw ook werkelijk had kunnen gebruiken, maar de kosten die daarmee gepaard gingen, waren te hoog.

Oudheidkamer

Sinds 1989 is Oud-Lunteren eigenaar van het pand Dorpsstraat 55/Klomperweg 5 waarin toen onder meer een Oudheidkamer werd ondergebracht. Het pand is voor de wat oudere Lunteranen bekend vanwege de bakkerswinkel en later de melkwinkel van Woudenberg die er waren gevestigd.

In de loop der jaren ontstond binnen de vereniging de wens een museum te realiseren. Aan een museum worden echter hoge eisen gesteld op het gebied van klimaat, verlichting en openstelling van het gebouw. Ook moest de gehele collectie geregistreerd worden en medewerkers geschoold. Niet onbelangrijk is dat deze medewerkers (inmiddels zo'n 45) allemaal vrijwilligers zijn. De vereniging heeft daar hard aan gewerkt en uiteindelijk het verzoek ingediend om als museum geregistreerd en erkend te worden. Toen eind 2005 de officiële erkenning van het Nederlandse Museumregister tot stand kwam vervulde dat alle bestuursleden en medewerkers met trots.

Centrale ligging

Duidelijk was wel dat het gebouw niet tot in lengte van dagen geschikt was om het museum te blijven herbergen, vandaar dat al snel na de museumregistratie is begonnen met een inventarisatie van de mogelijkheden om het gebouw voor een ander te verruilen of het bestaande gebouw grondig te renoveren en uit te breiden. Uiteindelijk is besloten, onder meer op financiële gronden, maar toch ook vanwege de prachtige centrale ligging, op de zelfde plek te blijven en het museum aan te pakken. Tussen juni 2011 en voorjaar 2012 is dat gerealiseerd en vanaf juni 2012 is het museum weer (nu nog gedeeltelijk) geopend voor het publiek.

De Schipper

Een belangrijke rol - in de ontwikkeling van oudheidskamer naar museum - vervulde de voormalig voorzitter van de Vereniging Oud-Lunteren, Leen de Schipper. In Lunteren is hij vooral bekend van zijn modehuis de Schipper en als schrijver van columns over Lunteren in het Lunters Nieuwsblad onder het pseudoniem Job van de Top. Onder zijn voorzitterschap groeide de vereniging enorm en later met zijn opvolger Jaap van Ravenswaaij aan het roer werd het een organisatie die nu behoort tot de grootste verenigingen in Lunteren.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie