‘Mestvergister Wekerom gaat door’

13 maart 2013 om 00:00 Regio

WEKEROM - De Raad van State in Den Haag ziet voorlopig geen reden om de komst van een mestvergister bij een agrarisch bedrijf aan de Otterloseweg 54-56 te blokkeren.

Voorzitter mr. M.G.J. Parkins-de Vin van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vorige week een verzoek van een groep omwonenden af om het plan te schorsen via een voorlopige voorziening. Ook in de lopende bodemprocedure bij de Raad van State lijkt het erop dat de bezwaarmakers weinig kans maken. De boze buurtbewoners stapten naar de Raad van State nadat de Edese gemeenteraad op 15 november vorig jaar instemde met het bestemmingsplan voor de biovergistingsinstallatie, waarmee door het vergisten van mest gas wordt gewonnen. De omwonenden vrezen onder meer explosiegevaar, het mogelijk vrijkomen van giftige stoffen, stank- en geluidsoverlast en een verhoogd risico voor uitbraak van besmettelijke dierziekten door transport van mest naar de installatie.

De afdeling bestuursrechtspraak verwijst in haar motivatie onder meer naar een advies van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) van het ministerie van landbouw. Die deed onderzoek naar de situatie in Wekerom op verzoek van het Edese gemeentebestuur.

De buurtbewoners verwijzen naar twee andere rapporten: één van de inspectie van het voormalige ministerie van Vrom en één van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Daarin wordt gewezen op incidenten met en mogelijke riscio’s van mestvergisters. De staatsraad stelt echter dat uit deze twee rapporten niet blijkt dat de installaties ,,een onaanvaardbaar risico vormen voor omwonenden’’.

De voorzitter heeft begrip voor de onrust, maar wijst op het nemen van technische maatregelen - via voorschriften in de omgevingsvergunning - om risico’s zoveel mogelijk te beperken. Concreet worden een affakkelingsinstallatie, een gaswasser en een dampretourinstallatie genoemd.

Bovendien wordt volgens de Raad van State in het DLG-advies vermeld dat de installatie nagenoeg geen geluid zal maken en dat geurhinder niet vaak zal optreden, ,,gelet op de afstand van ongeveer 150 meter tot de dichtstbijzijnde bedrijfswoning’’.

Een mogelijk risico op uitbraak van besmettelijke dierziekten is volgens het DLG-rapport eventueel aan de orde bij gebruik en opslag van kippenmest, vanwege een naastgelegen pluimveebedrijf. De gemeente Ede heeft volgens de staatsraad tijdens de zitting in Den Haag bevestigd dat opslag van kippenmest bij de installatie in Wekerom wordt verboden.

Alles overziend is er geen aanleiding om op dit moment in te grijpen, aldus de voorzitter. Bovendien verwacht de staatsraad op basis van de huidige informatie dat het besluit van de gemeente Ede ook in de bodemprocedure in stand zal blijven.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie