Brandbrief van ondernemers over Pakhuisviaduct

Geachte raadsleden, Deze week spreekt u over het nieuwe verkeersregime op het Pakhuisviaduct. Met een veel bredere achterliggende discussie: de ontsluiting van het Bedrijventerrein A12. Ede-Veenendaal en het interregionale verkeer tussen Ede, Veenendaal en het omliggende gebied. Zoals u weet zijn wij als vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven (Edes BedrijfsContact, BedrijvenKring Veenendaal en VNO-NCW Valleiregio/FOV) al geruime tijd betrokken bij de ontsluiting van dit gebied. Bijgevoegd vindt u ter illustratie een tweetal brieven van onze zijde daterend uit 2004.

De discussie over het afsluiten van het Pakhuisviaduct willen wij graag aangrijpen om de noodzaak van aanvullende verkeersmaatregelen in dit gebied te bepleiten.

In het bestemmingsplan ISEV is (zeer tegen onze wens in) de ontsluiting van het bedrijventerrein A12 Ede-Veenendaal geheel gericht op de A30 en A12. Reeds nu zien wij de verkeersdruk rond het Knooppunt Maanderbroek toenemen. Ook rond afslag1 op de A30 (aantakking Galvanistraat) ervaren ondernemers in toenemende mate congestie. De realisatie van het bedrijventerrein zal een aanzienlijke woon-werkpendel én een forse toename van het (goederen)verkeer met zich meebrengen. Hierdoor dreigt een verkeersinfarct.

In dit licht zijn aanvullende ontsluitingswegen dan ook onontbeerlijk. Aan u als volksvertegenwoordigers én eindverantwoordelijk politici doen wij daarom de oproep om uw verantwoordelijkheid in dezen te nemen en gezamenlijk de noodzakelijke extra ontsluitingswegen te ontwikkelen. Als vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven denken wij daarbij graag met u mee.

Voor de groeiende beroepsbevolking in zowel Ede als Veenendaal zal passende werkgelegenheid moeten worden gecreëerd. Daar zijn de nieuwe terreinen rond Maanderbroek dan ook voor nodig. Een duurzaam goede ontsluiting van deze terreinen is naar onze mening van het allergrootse belang om ze aantrekkelijk en competitief te houden t.o.v. terreinen in de omgeving. Het op één punt concentreren van verkeersstromen leidt onvermijdelijk tot congestie; spreiding is een veel betere oplossing. Dat daarbij het rijkswegennet een prominente rol krijgt is logisch, maar het daartoe beperken, uiterst riskant. Los van het gedwongen omrijden, dat tot onnodige kilometers, kosten en milieudruk leidt, vormt de hiermee verbonden groei van het aantal verkeersbewegingen een grote bedreiging voor de bereikbaarheid van dit gebied.

Een groot deel van het personenverkeer heeft haar bestemming / oorsprong in de directe omgeving van Ede en Veenendaal.

Ook voor goederenverkeer zal dit toenemen gezien het convenant tussen Ede en Veenendaal voor wat betreft de verhouding te huisvesten bedrijven ( 60/40 ). Voor deze verkeersstromen is een goed onderliggend wegennet dan ook essentieel.

In de "Variantenstudie verbinding Ede - Veenendaal" wordt deze analyse onderschreven (p.9): "Bij het uitwerken van de plannen voor het bedrijventerrein is al gebleken dat na realisatie van BA12 het onderliggend wegennet bij de A30 aangepast dient te worden wanneer de referentievariant wordt gerealiseerd." Dit sluit ook aan op de mening die betrokken partijen als Rover, Busvervoerders en bedrijvenkringen geventileerd hebben tijdens de kick-off bijeenkomst op 19 januari 2006.

Alle reden dus om - met het bedrijfsleven - de noodzakelijke aanvullende ontsluitingsroutes nader te verkennen.

In de "Variantenstudie verbinding Ede-Veenendaal" is een aantal alternatieve ontsluitingsroutes voor dit gebied in kaart gebracht:

1 referentie variant

2. pakhuisvariant

3. verlengde Schutterweg

4. verlengde Griftweg

De referentievariant is als 0-variant enkel gericht op ontsluiting via het rijkswegennet en derhalve onaanvaardbaar.

Dat gekozen wordt voor afsluiting van het Pakhuisviaduct vinden wij in die zin begrijpelijk daar deze de meeste overlast voor omwonenden lijkt te veroorzaken.

Resteren nog de Verlengde Schutterweg en de Verlengde Griftweg. Zij voorzien in de zo noodzakelijke extra interne ontsluiting door aan te takken op de nog te realiseren aansluiting Veenendaal-Oost.

In de Variantenstudie worden als bezwaren aangedragen dat de nu voorziene capaciteit van het viaduct over de A12 bij de aansluiting Veenendaal-Oost onvoldoende is om de extra verkeersstromen te verwerken. Bovendien leiden beide varianten tot extra druk op natuur en landschap en brengen aanvullende kosten met zich mee.

Naar onze mening mag dit geen belemmering vormen voor een adequate aanpak van het dreigend verkeersinfarct. Sterker nog, het gegeven dat met de werkzaamheden rond aansluiting Veenendaal-Oost nog geen aanvang is gemaakt is extra reden om nu op zeer korte termijn te bezien of niet vooraf al moet worden geïnvesteerd in voldoende capaciteit. Voorkomen is immers altijd nog beter (en goedkoper!) dan genezen.

Wij vertrouwen erop dat u in dezen uw verantwoordelijkheid jegens de economie, werkgelegenheid, bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid van deze regio op u neemt. Als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (uiteindelijk de huidige en toekomstige weggebruikers van dit wegennet) willen wij graag op korte termijn, en op basis van wederzijds vertrouwen en respect, met u overleggen over de noodzakelijke maatregelen.

Hoogachtend,

Namens de BedrijvenKring Veenendaal, Edes BedrijfsContact en gezamenlijk bestuur VNO-NCW Valleiregio/FOV

drs. R.J.E.E. Roels

bestuurslid VNO-NCW Valleiregio/FOV