,,Ik jaag liever met de camera" (1)

3 september 2008 om 00:00 Nieuws

LUNTEREN - Nieuwsblad Ede Stad bracht tussen oktober 2000 en september 2002 de eerste serie ‘Heden en Verleden’ uit. Een oude foto links, en de actuele situatie daarnaast. Voornamelijk werd ingegaan op het oude Ede, tegenover de recente ontwikkelingen. In het tweede zomerseizoen van een nieuwe serie staat de inwoner centraal. Het leven van de 58-jarige Louis Fraanje staat voornamelijk in het teken van de natuur, en de cultuur van de Veluwe. Hij geeft onder meer dialezingen, rondleidingen, is bestuurder van de Jac. Gazenbeek Stichting in Lunteren, en is om de dag met de camera op zijn favoriete stekjes te vinden.

door Henny Jansen

Natuur- en Veluwekenner Louis Fraanje werd in november 1949 in Barneveld geboren, maar voelt zich inmiddels behoorlijk Lunteraan. ,,Jur van Ginkel, voormalig hoofdredacteur van de BDU, heeft me eens een ‘Lunterse Barnevelder’ genoemd. Je vergist je Jur, heb ik hem verteld. Ik ben een ‘Barneveldse Lunteraan’.” Het typeert enigszins het karakter van deze eigenzinnige boogschutter, die doorgaans alleen de natuur als leidraad neemt. Praten met Fraanje houdt voornamelijk luisteren in, neemt veel tijd in beslag, maar is geen seconde saai.

Louis Fraanje groeide op in een gezin met tien kinderen, drie meisjes en zeven jongens. ,,Pa was fietsenmaker; m’n moeder de dochter van een boswachter. Pa was een zoon van dominee Fraanje, oorspronkelijk van Zeeuws Vlaanderen, maar naar de Veluwe getrokken. De dominee stond toen nog op een voetstuk. Een autoriteit. Ook de Duitsers zagen dat zo. In de oorlog was een dominee steun en toeverlaat van de bevolking. Ook vaak voor het verzet. De kerkenraad was veel vromer, maar ook veel banger”, zet Fraanje de toon. ,,Opa zei dan wel eens: ‘Jullie lezen toch wel dezelfde bijbel’?”

,,Moeder had ruggengraat! In de oorlog kreeg ze een tip om aardappels te halen. Ruilhandel met een fietswiel, of een stuur. Van Kootwijkerbroek naar Barneveld. Ze werd gewaarschuwd dat de Duitsers bij het dorp stonden, en alles afpakten. Bij de eerste de beste boerderij heeft ze de jurk losgetrokken en alle piepers onder de rok gestopt. Ze zweette van angst, maar de Duitsers stoven uiteen: ‘Sie müss ein Kind bekommen’. Thuis trok ze de centuur los. Ze hebben gedanst door het huis. Ze is bijna 90 geworden. Ik had een sterke band met haar. Ik heb er tijdens de begrafenis een lang verhaal van gemaakt. De familie zei: ‘Louis, nu moet je maar eens ophouden’. Een pracht mens. Die hoorde je nooit klagen.”

Achter het huis had de familie weinig speelruimte. ,,We woonden op een steenworp afstand van het Schaffelaarsebos”, vertelt Fraanje met pretoogjes. ,,Toen liep daar nog wild; vos, ree. Niet dramatisch over doen, er was bos genoeg. Later ‘klooiden’ we veel in de bossen tussen Terschuur en Barneveld; Het Paradijs. We hadden de boswachter wel eens achter ons aan. Hutten bouwen, van alles deden we daar. Een schot hagel over je kop kon je krijgen. Boswachters waren toen nog écht. Ze roken naar ‘t wild, in een bruine Manchester jas.”

Later hielp tiener Louis Fraanje mee bij de boer. ,,Het was aanpakken toen, de wederopbouw. Ik heb een geweldige band met paarden. Paarden, én een ploeg. Wat een mooie combinatie. Misschien klinkt ‘t wat te romantisch. De morgendauw over de akker. Prachtig. Het hele gevoel. Met één paard had ik een speciale band. Dan zette ik m’n fiets tegen een paal, en floot een keer. Dat leverde een rondje op z’n rug op. Maar ja, de boer kreeg een trekker. Man, dat was me wat. De buurt liep uit. Je moest ‘m eerst warm stoken. Bokkebokkebokke....... Ik heb er nog steeds iets mee. Met de Oud Lunterse Dag bijvoorbeeld. Dat geluid van zo’n Lanz Bulldog roept herinneringen op. Op de bok van de huifkarren van Wout Hazeleger uit Otterlo heb ik dat ook, of bij bepaalde gereedschappen.”

,,Ik heb geleerd voor bankwerker, en schilder. Maar ja, ik ben een boogschutter. Het vrijheidsgevoel trok. Pa zei: ‘jachtopziener, boswachter?; geen droog brood mee te verdienen’. Ik werd chauffeur bij de Gelderse Palenhandel. In een Deutz dennenstammen vervoeren voor Van Gelder in Renkum. Voornamelijk voor krantenpapier. Toch in de natuur dus.. Door het bos krijg je hars op je ziel. Dat is nog steeds zo. Als ik een stapel stammen zie, moet ik er altijd even aan ruiken. Ik ging me via cursussen toeleggen op voorlichting. Ik heb geluk gehad. Ik kreeg veel contacten in die kringen door het palen rijden.”

,,Dieren zijn zo apart. Ik heb eens een gewonde bosuil geadopteerd. Man, man, ik trainde ‘m op de keukentafel. Hij was uiteindelijk handtam. Maar ik moest ‘m voorbereiden op z’n vrijlating. Dat is gelukt. Tijdens een rondleiding ben ik die uil weer tegengekomen. Tippie noemde ik ‘m. Hij kwam nota bene op m’n schouder zitten. Dieren voelen dat, vergis je niet. Dat heb je ook met honden op een boerenerf. Ze voelen aan of er goed volk op bezoek komt, of niet. Ik jaag zelf niet. Ik ben er wel eens bij, maar een dier doden kan ik niet. Zwijnen afschieten? Daar moet je Louis niet voor nemen. Jagen is een noodzakelijk kwaad, maar ik jaag liever met de camera.“

,,Mijn voorkeur gaat niet alleen uit naar dieren. Ook mensen die iets te vertellen hebben. Mensen denken weleens negatief over jachtopzieners, en jagers. Die schieten toch beesten dood? Man, ze hebben zo’n band met de natuur. Ze waken iedere dag over de natuur, en nemen met pijn in het hart beslissingen. Een berk bijvoorbeeld die opeens is omgezaagd. Dat snijdt door je ziel. Ik heb van boswachter Folsche een keer gehoord dat ze soms wel een kwartier bij een boom stonden. Wikkend en wegend. Neer of niet? Wat een passie. Tegenwoordig gaat het allemaal snel, snel, snel. Jonge boswachters hebben die binding minder. Het gevoel met het bos is er niet. Sommigen zien het teveel als een baan. Hetzelfde heb je met mensen die een nieuw huis betrekken. Vaak moeten dan alle bomen en struiken de tuin uit. Ze zouden alle licht wegnemen. Ik denk dan; zie het even een half jaar aan.”

Om de dag zit Fraanje in het bos. Heel vroeg, of ‘s avonds.

,,Ik wil niet zweverig doen , of zo. Maar dan ben ik helemaal van de wereld. En fotograferen is een liefhebberij van me. Ach, ik ben maar een amateurtje, maar wel één met veel geduld. En ik kan stil zijn. En dan klikken. Een mooie foto heeft voor 90 procent te maken met veldkennis. Nooit er bovenop zitten. Geen verstoring. Geduld en liefde voor het dier opbrengen, daar gaat hem om. Ik heb best weleens moeite met die takken en stammen die ze laten liggen. Over een bospad bijvoorbeeld. Ik ga er een heel stuk in mee, maar doe het dan dieper in het bos. De harmonie verdwijnt.”

,,Bliksems, en noe gaon we op pad”, onderbreekt Fraanje abrupt. Met de jeep naar Partycentrum de Molen in Harskamp. De Lunteraan gaat een volle bus senioren van De Zonnebloem uit Nijmegen de Veluwe laten zien. Met de microfoon in zijn hand is hij in z’n element. Kootwijk, Kroondomeinen, Uddel, Staverden, Garderen. Over iedere beuk, eik, plataan, heideveld of boerderij heeft Fraanje wel iets te melden. Hij heeft de lachers op zijn hand. Vaak pikant, maar op het randje. Van zware kost houdt de gids niet. Wanneer Fraanje op de Aardhuisweg meldt dat de kans groot is dat we zwijnen zien, worden de neuzen tegen de ruiten gedrukt. Even later laat ook een schaapskudde zich ditmaal niet zien. De chauffeuse volgt behendig de aanwijzingen, en de vaak krappe weggetjes van de route. ‘Kijk, daar heeft Jan Terlouw gewoond’.

Vervolg: 10 september

Foto 1:

Reisleider Louis Fraanje: ,,Met een beetje geluk laten de wilde varkens zich vandaag zien."

Foto 2:

Fraanje als jochie in het midden, met zijn broertjes Henk en Keesje. Hutten bouwen!

Foto 3:

De revalidatie van bosuil Tippie: ,,Zonder handschoen. Dieren voelen vertrouwen feilloos aan.”

Foto 4

Fraanje en z'n stok; onafscheidelijk tijdens rondleidingen

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie