Werkgeversorganisaties: ,,Mens bedreigde diersoort?''

EDE / REGIO - VNO-NCW Midden en MKB Midden vinden dat de plannen van het provinciebestuur Gelderland voor de wilde zwijnen op de Veluwe de balans tussen werken, wonen, recreëren en natuur verstoren. Zij zijn weliswaar blij dat de provincie nu met een plan komt om de verkeersonveiligheid, die door een te grote zwijnenpopulatie wordt veroorzaakt, aan te pakken, maar is bang dat dit plan tevens als voertuig wordt gebruikt om de verkeerssnelheid op een aantal provinciale wegen over de Veluwe definitief omlaag te brengen.

Enkele jaren geleden heeft het provinciaal bestuur voorgesteld om op veel wegen op de Veluwe de maximum snelheid terug te brengen naar 60 km per uur. Dat plan stuitte op verzet van ondernemers en vervoersorganisaties. Reden was dat veel bedrijven op de Veluwe vrijwel geen mogelijkheid hadden om andere wegen te gebruiken. Onder deze druk heeft de provincie destijds besloten om alleen op provinciale wegen die niet echt een doorgaande of belangrijk verbindende functie hadden, de snelheidsreductie door te voeren.

Het gevaar schuilt er volgens de werkgeversorganisaties nu in dat met de wilde zwijnen als argument alsnog op veel meer wegen de snelheid verlaagd gaat worden. Dat is naar de mening van de werkgevers oneigenlijk. Het is algemeen bekend dat er een te groot aantal wilde zwijnen op de Veluwe is en de discussie over het terugbrengen hiervan verloopt dermate traag, dat deze situatie gehandhaafd blijft.

De organisaties vinden het feit dat de provincie en gemeenten steeds meer maatregelen treffen goed, ,,maar dat verhindert nog steeds niet dat er zeer gevaarlijke situaties ontstaan.'' Ze schrijven: ,,Het is werkelijk verbluffend dat nu wordt aangevoerd dat de zwijnenstand hoog moet blijven om daarmee de toeristische aantrekkingskracht van de Veluwe te verhogen. Daarmee wordt de mens nu de werkelijk bedreigde diersoort'', aldus Daan Wilton, voorzitter van het provinciaal bestuur Gelderland.

De werkgeversorganisaties steunen de overheden bij het treffen van maatregelen, maar dringen tegelijk ook aan op het effectief verminderen van de zwijnenstand. Zo lang dat niet het geval is, blijft waarschuwen en voorzichtig rijden geboden. Dat is echter nog iets anders dan overal de maximumsnelheid structureel omlaag brengen.