,,Je staat aan de grond genageld’’

6 mei 2009 om 00:00 Nieuws

De bizarre ervaring liet een onuitwisbare indruk achter. De donderdag begon als een echte feestdag, ook omdat het prachtig weer was. Leo herinnert zich dat hij als kind met zijn ouders altijd naar Soestdijk ging om naar het defilé te kijken. ,,De krukjes gingen mee om het goed te zien. Apeldoorn is dichtbij, dus nu wilde ik dat nog weleens meemaken.’’

LUNTEREN - De tafel ligt bezaaid met kranten. Karin en Leo Nellestein zijn nog volop bezig met de verwerking van het drama dat zich voor hun ogen voltrok. Het Lunterse echtpaar maakte Koninginnedag mee in Apeldoorn. Op een haar na waren zij zelf slachtoffer geweest van de man die met zijn auto op het publiek inreed. ,,Pas later realiseer je je ècht wat er is gebeurd en komen je tranen los’’, zegt Karin. door Freek Wolff

De auto werd geparkeerd in Ugchelen. Met de fiets ging het stel naar de kerk, waar ze de koningin al zagen. Daar stapten de leden van het Koninklijk Huis in de bus. ,,Toen waren we van plan naar ‘t Loo te fietsen om daar lekker in het gras te zitten en het defilé voorbij te zien komen. We vroegen de politie nog hoe we daar òm de drukte heen het beste konden komen. Bij de Jachtlaan zag ik de bus al aankomen en zei: nou, dat kunnen we nog mooi even meepikken’’, verklaart Leo. Een diepe zucht volgt.

,,De Antilliaanse groep die er stond, viel me nog op, want zij hadden van die mooie roodwitte jurken. Even heb ik nog op het hek gestaan, maar toen zei Leo: hier bij mij kun je het ook goed zien’’, vervolgt Karin.

Daarna volgde loeiend geluid en hoorde je twee klappen binnen enkele seconden. ,,Het waren de hoge toeren van de motor. Het moet zó hard gegaan zijn...onvoorstelbaar! Je realiseert je dan helemaal niet wat er gebeurt.’’ Leo vermoedde even daarna dat het een aanslag was. ,,Ik dacht: straks ontploft die auto, daar gaat het Koninklijk Huis. Ik zat op de klap te wachten. Je staat aan de grond genageld en je denkt dat het niet waar is.’’

Chaotisch

Toen er geen explosie volgde, besloten de Lunteranen meteen om te helpen waar dat kon. Karin laat een foto zien waar ze bij een man staat die zwaar gewond op de grond ligt. ,,Iemand riep: blijf bij deze man. Hij bleek een grote wond aan zijn linkerbeen te hebben. Hij bloedde vreselijk. Met een sjaal hebben we dat been afgebonden, zodat hij het zou overleven. Hij was nog goed bij bewustzijn, dus heb ik tegen hem aan gepraat. Het duurde naar mijn gevoel erg lang voordat er een ambulance was, maar je hebt geen benul van tijd. Het was allemaal erg chaotisch. Zelf heb ik nog een infuussysteem gevuld, want dat slachtoffer had veel vocht nodig’’, licht Karin toe. Dat ze zelf verpleegster is op de coeveuseafdeling in het ziekenhuis kwam haar goed van pas. ,,Ik heb ‘s avonds gehoord dat de man helaas toch is overleden en dat is wel heel hard om te horen.’’

Leo schetst de dag als oranje dat zwart en dieprood werd. ,,Ik rende naar een man die bij een slachtoffer zat. Hij zei: ik voel geen pols meer, hij is dood. ‘Reanimeer jij hem dan?’ vroeg ik. Toen rende ik naar een vrouw, maar die lag er ook levenloos bij. Daar ging later een laken overheen. Als je de foto’s ziet, dan kijken agenten soms de andere kant op, terwijl die auto en de getroffen mensen voorbij komen. Het dringt gewoon niet door. De hersenen lijken het niet meteen te registreren.’’

De Lunteraan zegt dat hij zich machteloos voelde, omdat hij geen medische achtergrond heeft. ,,Toen ben ik maar proberen te gaan regelen. Ik greep de hand van een politieagent en zei dat hij de leiding moest nemen. Met een andere keek ik op een kaartje waar de traumahelicopters moesten landen. Maar dit stijgt allemaal boven je uit. Je wilt niet weten wat je ziet. Mensen waren zó ernstig verminkt. Ik heb nog heel even geholpen met reanimeren bij een vrouw, maar daar zat geen leven meer in. Daarna heb ik de kleden vastgehouden om de slachtoffers af te schermen.’’

In een busje werden veel personen die in shock waren opgevangen. ,,Een vrouw die net haar vriendin had verloren, was helemaal overstuur en bleef maar gillen.’’

Toen het ergste leed geleden was, hadden Leo en Karin tijd voor elkaar. ,,Dan komen de tranen. En je kunt niet gelijk weg. Je wilt eerst nog praten met mensen om je heen. En je voelt je zó leeg! Toen we terugfietsten waren we helemaal de kluts kwijt en moesten vragen naar de weg. Dan pas zie je de bloedspetters op je kleren en realiseer je hoe dicht je erbij stond. Met de auto zijn we heel voorzichtig naar huis gereden. En ik was boos...zó boos!!’’

De volgende dag probeerden de Lunteranen de draad weer op te pakken, maar dat lukte niet. ,,Je lichaam reageert zo vreemd. Je hebt het koud en bent heel erg moe in je hoofd. Ik kan me heel moeilijk concentreren op mijn werk’’, zegt beeldhouwer Leo. Hij schetst een klusje bij het houtsnijden wat hij drie keer verprutste, terwijl hij daar normaliter nooit moeite mee heeft.

Het echtpaar woonde de avond erna ook de herdenkingsdienst in Apeldoorn bij, maar dat was een grote domper. ,,Je gaat om wat je meemaakte emotioneel een plaatsje te geven, maar de kerk zal propvol met cameramensen die vooral inzoomden op mensen die huilden. Dat was heel zuur.’’

Karin ervaart het als heel fijn om op haar werk bij collega’s haar verhaal kwijt te kunnen. ,,Ze zijn heel lief. Ook doordat ik het samen met Leo heb meegemaakt, kun je er gelukkig over praten. Zaterdag bij de tv kwam het weer helemaal bij me binnen en raakte ik in paniek.’’

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie