Cel- en werkstraf voor mishandeling vier kinderen

8 juli 2009 om 00:00 Nieuws

BENNEKOM/EDE - Voor de Utrechtse rechtbank is maandag 120 uur werkstraf en 2 maanden voorwaardelijke celstraf geëist tegen een 49-jarige Bennekommer die verdacht wordt van het mishandelen van zijn vier kinderen. Tegen de moeder eiste de officier van justitie wegens medeplichtigheid een schuldigverklaring zonder oplegging van straf.

Volgens aanklager mr. V. van Thiel heeft de 49-jarige vrouw niets gedaan om haar kinderen te beschermen tegen de mishandelingen. Een straf vond de officier echter niet nodig omdat de Bennekomse in zijn ogen al voldoende gestraft was door de strafzaak en alle gevolgen. Alle vier kinderen waren uit huis geplaatst, maar de jongste twee zijn inmiddels terug. Het gezin staat wel onder toezicht van een gezinsvoogd.

Een inmiddels 17-jarige dochter en een zoon van 14 deden vorig jaar aangifte van mishandeling door hun vader, waarvan naar hun zeggen ook hun twee jongere zusjes in de basisschoolleeftijd slachtoffer waren. Volgens de oudste dochter werd ze vanaf 1998 vier tot vijf keer per week geslagen. Het gezin woonde destijds in Ede. Na de verhuizing naar Bennekom in 2005 zou de frequentie zijn gedaald naar een tot twee keer per week.

De Bennekommer gaf toe dat hij de twee oudste kinderen een keer met een lat had geslagen en dat hij ze af en toe een opvoedkundige tik had gegeven, maar de man ontkende dat er meer was gebeurd. Volgens het echtpaar waren juist de oudste kinderen onhandelbaar en agressief, zowel verbaal als fysiek. Zo zouden ze hun jongere zusjes hebben geslagen en hun moeder met een mes hebben bedreigd.

Hulpverlening

Een poging om hulpverlening in te schakelen zou begin vorig jaar op de onwil van de oudste dochter zijn gestrand, al erkende de Bennekommer wel dat hij te lang had gewacht met het vragen van hulp. Ook verweet hij zichzelf dat hij door zijn drukke werk al die jaren te weinig aandacht aan zijn kinderen had besteed. ,,Ik zie dat het verkeerd gegaan is. Misschien omdat ik te weinig thuis was, het zou kunnen'', trok de man het boetekleed aan.

Op grond van getuigenverklaringen van vrienden en vriendinnen van de oudste kinderen achtte de officier van justitie bewezen dat de verdachte ‘ver over de grens was gegaan van wat opvoedkundig is toegestaan’. ,,Elke klap tegen het hoofd, elke schop is er één teveel geweest'', aldus Van Thiel. Dat de oudste kinderen lastig waren of zelfs mogelijk een gedragsstoornis hadden, deed daar volgens Van Thiel niets aan af. Als bijzondere voorwaarde eiste hij verplicht reclasseringstoezicht.

Raadsman mr. D. Corbeek vond dat het openbaar ministerie het recht op vervolging had verspeeld omdat er door vooringenomenheid bij politie en justitie geen sprake was van een eerlijk onderzoek. De agenten zouden ondermeer een ontlastende getuigenverklaring van een buurman uit Ede buiten het dossier hebben gehouden. De man had verteld nooit iets van mishandelingen te hebben gemerkt nadat hij door de politie was gebeld.

Corrigerende tik

Volgens de advocaat had zijn cliënt uit onmacht soms corrigerende tikken uitgedeeld aan zijn twee oudste kinderen, maar was er geen sprake van langdurige en stelselmatige mishandeling. Corbeek vond het ‘opmerkelijk’ dat niemand, zelfs de huisarts niet, ooit letsel had gezien bij de oudste dochter, zelfs niet in de periode dat ze naar haar zeggen vier tot vijf keer per week werd mishandeld. Voor de mishandeling van de jongste kinderen was helemaal geen bewijs, aldus de advocaat.

Raadsman mr. R. Frijns pleitte voor vrijspraak voor de echtgenote van medeplichtigheid. De vrouw zou haar man er weldegelijk op hebben aangesproken als hij een incidenteel een corrigerende tik uitdeelde en bovendien had ze geprobeerd hulp te zoeken voor haar oudste dochter, aldus de advocaat.

De uitspraak volgt 20 juli. (JPU)

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie