Roodhuid

22 juli 2009 om 00:00 Nieuws

Ik ben hardleers. Zo kun je erop wachten dat ik in de zomer mijn lijf verbrand. Steeds neem ik me voor dat ik me op tijd goed insmeer met zonnebrandolie als ik in mijn vakantie de eerste schreden buiten het kantoor zet.

Wanneer de zon schijnt natuurlijk, want vorige week viel ook weleens een buitje in Julianadorp, ‘of all places’. Pal onder Den Helder lag ik plotseling aan het strand te bakken in de zon. En...uiteraard was ik weer zo naïef om te denken dat die koperen ploert niet zo fel schijnt.

Fout! Binnen enkele minuten ronkte Wolff erover en werd hij levend geroosterd door zonnestralen die het op zijn bleke huid hadden voorzien. Het zwoele briesje aan zee misleidde en deed denken dat het allemaal wel meeviel.

Pas aan het eind van de dag constateerde ik toch wat roodbruine delen op schouders, rug en de achterkant van mijn benen. ,,Zo, dié is verbrand!’’ flapte een wildvreemde strandganger eruit. Hij verwarde mij nog net niet met de Indiaan Winnetou.

Zelf constateerde ik dat het lopen niet meer zo gemakkelijk ging en ‘s avonds voelde ik een merkwaardige combinatie van kippevel en rozigheid.

Ik ben dus niet zo’n smeermens, maar nu leek ‘after sun’ toch wel erg prettig om dat branderige gevoel te lijf te gaan. Het werkte verkoelend, maar wat was het geval? De vloeistof bleek ook nog de bruine tinten te bevorderen en vast te houden. Maar dat moet je natuurlijk wel goed en gelijkmatig uitsmeren. Veel te lastig dus. Met als gevolg dat mijn rug er nu als een lappendeken uitziet, met lichte en donkere stukken.

Ach, één troost: dat is er zo weer af. Want ik voel het al aan de jeuk: zeer binnenkort ga ik vervellen. Ook elk jaar vaste prik.

Freek Wolff

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie