Marcèl van Dalen formeel niet in de fout

16 september 2009 om 00:00 Nieuws

Voor Cees van der Knaap was het een principe kwestie. Daarom onderzocht Elzinga op zijn verzoek of het D66-raadslid wel of niet tijdens een commissievergadering een vertrouwelijke zaak aan de orde mocht stellen. Van Dalen sprak in die vergadering over de besluitvorming van het college over het Nieuwe Landgoed. Iets wat per abuis op internet was geplaatst. De vraag was of Van Dalen nu wel of niet af te rekenen was over zijn in de ogen van zijn collega’s loslippigheid. Bijna de hele gemeenteraad viel over hem heen. Alleen Bert Komdeur (CDA) en Jos van Heuveln (ChristenUnie) keurden de actie van Marcèl van Dalen in het openbaar af. Maar binnen de gesloten deuren van het gemeentehuis kreeg de D66’er het nodige over zich heen. Veel raadsleden gingen er vanuit, dat die ‘lastige’ Van Dalen nu eens aangepakt kon worden.

EDE - D66-fractievoorzitter Marcèl van Dalen is formeel niet in de fout gegaan door in een commissievergadering te praten over een vertrouwelijk stuk over de Europese aanbesteding van het Nieuwe Landgoed. Hoogleraar Douwe Elzinga komt tot de conclusie dat de immuniteit, het recht van een volksvertegenwoordiger om ter vergadering vrijelijk te mogen spreken, boven de geheimhouding gaat. De Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG) heeft dit standpunt overgenomen. ,,Het is een uitstekend rapport van Elzinga,” reageert Van Dalen. ,,Ik ben het eens met de conclusies. En had ook niets anders verwacht. Een groot deel van de gemeenteraad en college is blijkbaar niet op de hoogte van de relevante wet- en regelgeving.” door Jan de Boer

Dat is volgens Elzinga niet zo. ,,Vooral nu in het verleden uitdrukkelijk een schending van de geheimhouding als beperking van de immuniteit is afgewezen, kan onomstotelijk worden geconcludeerd dat de immuniteit in alle opzichten domineert boven het geheimhoudingsregime.” Iets wat overigens alleen geldt als een raadslid spreekt over ‘geheime zaken” in een raads- of een commissievergadering.

Het lijkt voor een gemeente daarom moeilijk een raadslid geheimhouding op te leggen. Als hij daarover toch begint in een raads- of commissievergadering wordt dat raadslid beschermd door de wet. De casus is voer voor juristen, zo lijkt. Binnen het Edese gemeentehuis is men, op Marcèl van Dalen na, niet ingenomen met de conclusies van Elzinga. De VNG, die eerst een ander standpunt innam dan de Groningse hoogleraar, is van plan de zaak aan te kaarten bij het ministerie van Binnenlandse Zaken met de vraag of de Gemeentewet op dit punt niet moet worden aangepast.

CDA’er Bert Komdeur had de strekking van het advies van Elzinga niet verwacht. ,,Het kan zijn, dat Van Dalen een strafbaar feit heeft gepleegd. Zo heb ik het gezegd. Kennelijk kun je geheimhouding binnen de raad niet en buiten de raad wel afdwingen. Voor mij blijft het - al is het formeel niet strafbaar -volstrekt laakbaar wat er is gebeurd. De geheimhouding geldt totdat die is opgeheven, zo staat in de Gemeentewet. Toen Van Dalen het bericht op internet las, had hij voor mijn idee nog steeds een geheimhoudingsplicht. Ik vind dat hij direct de voorzitter van de gemeenteraad had moeten inlichten over wat hij op internet had aangetroffen. Waarom ik dat zeg? Geheimhouding doe je in uiterste noodzaak. Voor mij is in principe alles openbaar. Als er geheimhouding is, moet er echt een goede reden voor zijn.”

Voor Komdeur, maar ook voor Jos van Heuveln is het een kwestie van normen en waarden. Van Heuveln: ,,Als ik het bericht had gezien, had ik de griffie gebeld en gezegd ‘volgens mij gaat er iets niet goed’. Dat Van Dalen dat deed komt niet overeen met de goede normen en waarden en het fatsoen, die je normaal met elkaar hebt. Daar vind ik het mee in strijd. De conclusie van Elzinga had ik niet verwacht, nee. Zeker niet omdat ik een vrij onschuldige vraag stelde waarop ik een helder antwoord verwachtte. Belangrijk is of we in Ede op elkaar aan kunnen. En of we goede afspraken met elkaar kunnen maken.”