,,Extra aanloop door de vorst”

6 januari 2010 om 00:00 Nieuws

Het lijkt geen pretje om op dit moment in de buitenlucht te moeten slapen. In de eerste opvang heeft het sociaal pension een gemiddelde bezettingsgraat van zes cliënten, aldus Geerts. ,,Met de gemeenten hebben we de afspraak dat - als er sprake is van een vorstperiode - we het quotum kunnen verhogen met vier tot zes plaatsen. Vanaf het moment dat de vorst is ingetreden, hebben we constant een aanloop gehad van tien tot twaalf cliënten.”

Meer opvang van daklozen in sociaal pension EDE - Door de voor Nederlandse begrippen langdurige vorstperiode is het extra druk in het sociaal pension voor dak- en thuislozen aan de Nieuwe Kazernelaan 4 in Ede. ,,We zitten op de vorstbezetting van tien tot twaalf cliënten en kunnen het nu redelijk goed in evenwicht houden. Je ziet dat er door de vorst extra aanloop is,” zegt unit manager Frank Geerts.

door Jan de Boer

Dat aantal is vorige week wat ingezakt. ,,Mensen konden intern doorstromen, dan wel dat mensen teruggingen van waar ze vandaan kwamen dan wel vertrokken naar vrienden of kennissen. Sinds afgelopen maandag zien we dat het quotum is gegroeid naar elf plekken. Eigenlijk kun je zeggen dat de vorstregeling, die wij op de opvang kennen, bijna volledig benut is.”

Mensen weigeren komt niet voor in het woordenboek van de opvang. ,,Als we in de fase terecht komen, waarin wij meer aanbod krijgen dan dat we kunnen plaatsen, gaan wij eerst intern kijken of het sociaal pension vol zit. Als het kan laten we daar cliënten naar toe doorstromen. Als er een extra alert is, als er mensen bij strenge vorst van straat worden gehaald, hebben we een noodscenario. Dan plaatsen we ook mensen in de aanwezige huiskamer, desnoods met wat extra matrassen.”

De fase van het treffen van noodmaatregelen was er even voor de kerstdagen, aldus Frank Geerts. ,,Als de temperatuur onder de min tien komt, gaan we kijken of wij zelf nog mogelijkheden hebben of dat we uitwijken.” Geerts zelf heeft door de kwakkelwinters van de voorbije jaren nog niet eerder een alert fase meegemaakt. ,,Op zo’n moment bekijken we wat wij aankunnen dan wel waar we naar toe willen uitwijken. Voor mij was de alarmfase bijzonder.”

Als de vorstperiode nog langer aanhoudt, gaat men intern binnen het Leger des Heils kijken waar nog wat ruimte gecreëerd kan worden. ,,Een uitwijkmogelijkheid is Groot Batelaar. En anders gaan we intern bij het sociaal pension ook nog wat improviseren. We laten niemand in de kou staan. Mensen hebben in ieder geval een bed en een onderdak. Als de vorstregeling van kracht is, geldt de opvang voornamelijk voor de nachtsituatie. De mensen kiezen er zelf voor om overdag naar elders toe te gaan. ‘s Avonds om acht uur kunnen ze weer terug komen, krijgen ze een maaltijd en kunnen ze hier overnachten.”