Afbeelding
Foto Janus Visser/BDU

Sanering grondwatervervuiling voormalig Enka-terrein kan doorgaan

18 februari 2021 om 15:23 Rechtbank

EDE De rechtbank laat de vergunning om de grondwatervervuiling te saneren -die afkomstig is van het voormalige Enka-terrein in Ede- in stand. Twee milieuorganisaties stelden beroep in tegen deze vergunning. De rechtbank oordeelt dat het waterschap Vallei en Veluwe aanvankelijk onvoldoende heeft onderzocht wat de effecten van de lozing zijn op het natuurgebied Rijntakken. Tijdens deze procedure heeft het waterschap aanvullend onderzoek laten doen. Volgens de rechtbank heeft het waterschap hierdoor de effecten op het natuurgebied voldoende inzichtelijk gemaakt, waardoor het motiveringsgebrek is hersteld.  

Op het terrein van de voormalige Enka-fabriek was de grond en het grondwater vervuild. De grond op het terrein is gesaneerd, waardoor het geschikt is voor woningbouw. De vervuiling in het grondwater verspreidde zich in de loop der jaren in zuidwestelijke richting. Om deze vervuiling tegen te gaan stelde het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland in 2015 een saneringsplan vast.

Dit saneringsplan voorziet onder meer in het afkoppelen van diepdrainages en het oppompen van grondwater in de Maandereng met een deepwell om dit via een leiding van 7,5 kilometer te lozen op de Nederrijn. Dit voorkomt dat grondwater met te hoge concentraties sulfaat de stadsvijvers en het natuurgebied Bennekomse Meent bereikt.

Voor de grondwateronttrekking is een watervergunning vereist. Deze heeft het waterschap verleend. Voor de lozing op de Nederrijn zijn door de minister van Infrastructuur en Waterstaat (maatwerk)voorschriften opgesteld. De milieuorganisaties waren het niet eens met deze besluiten en stelden beroep in bij de rechtbank.

Het beroep richt zich voor een deel op het saneringsplan en de daarin gekozen saneringsvariant. Daarover oordeelt de rechtbank dat deze onderwerpen al in het onherroepelijke saneringsbesluit zijn afgewogen. Dit betekent dat het besluit in deze zaak niet opnieuw ter discussie gesteld kan worden. Deze uitspraak heeft dus alleen betrekking op de grondwateronttrekking en de lozing.

Er zijn verschillende onderzoeken verricht naar (giftige) stoffen in het grondwater. Volgens de milieuorganisaties zitten in het grondwater ook dioxinen. Daarom zou ook naar deze stof onderzoek moeten worden gedaan.

De rechtbank oordeelt dat niet is aangetoond dat dioxinen zich kunnen verplaatsen met het grondwater. Daarom was - kijkend naar de grote afstand tot het voormalige fabrieksterrein - ook geen onderzoek vereist of deze stoffen ter plaatse van de diepdrainages en de deepwell in het grondwater zitten. Bij verder onderzoek tijdens de beroepsprocedure bleek bovendien dat in de peilbuizen - na herbemonstering - geen dioxinen zaten.

De rechtbank oordeelt verder dat de effecten van de lozing op het beschermde natuurgebied Rijntakken onvoldoende zijn onderzocht. De beroepen van de milieuorganisaties zijn daarom op dit punt gegrond. Het waterschap heeft tijdens de beroepsprocedure alsnog onderzoek naar de effecten laten verrichten. Het motiveringsgebrek is door dit verdere onderzoek hersteld. Daarom laat de rechtbank de watervergunning in stand. Ook het voorschrift voor sulfaat laat de rechtbank in stand.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie