,,Vrijdagavond en ik sta met het knarsende glas onder mijn schoenen en zak door mijn hoeven bij gedachte dat ik in de slag moet met verzekeraars, politie, banken, gemeente, glaszetter en wie weet wat nog meer. Mijn lief stort in en ik voel mijn tekort.” Een zinsnede uit de brief van Maarten Frijlink aan Ede Stad waarin hij zijn gevoel beschrijft toen hij samen met zijn vrouw thuiskomt vanuit het revalidatiecentrum en hun hele huis overhoop is gehaald.
Dit inbraak-incident kwam bovenop de gevolgen van een ongeluk van echtgenote Gisella. Maarten Frijlink plaatst het in perspectief: ,,Na alles wat we hebben meegemaakt is er geen ruimte om van de inbraak een groot drama te maken. Natuurlijk ben je boos en verdrietig, daarom heb ik ook mijn verhaal opgeschreven. Daarna ben ik alle admini..