Claim tegen Edese wethouder Evert van Milligen

EDE - De Edese wethouder Evert van Milligen (VVD) uit Otterlo is een van de zeven oud-commissarissen van woningcorporatie SGBB die door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) aansprakelijk worden gesteld voor 39 miljoen euro. Het fonds, dat financieel toezicht houdt op woningcorporaties, betaalde dat bedrag als saneringssteun aan de corporatie, die woningen bouwt voor senioren.

Dat blijkt uit informatie van het actualiteitenprogramma Nieuwsuur dat dinsdagavond aandacht aan de zaak besteedde. Het is de eerste keer dat een overheidsinstantie bij commissarissen van een woningcorporatie een miljoenenclaim neerlegt.

Het vonnis donderdag in de zaak rond fraude betekent een eerste ontknoping in de zaken van het Openbaar Ministerie (OM) tegen woningcorporaties. Het OM eiste in november straffen tot 4,5 jaar cel tegen zes verdachten. De zwaarste straf is als het aan het OM ligt voor oud-directeur Gerard van der Z. van SGBB. Samen met ontwikkelaar Richard S. leidde hij volgens het OM de criminele organisatie. In totaal deed SGBB zeker elf projecten met een van de bedrijven van S. Het strafproces draait om fraude met drie van deze vastgoedprojecten - in Amsterdam, Utrecht en Heerhugowaard.

Waarschuwingen

De Stichting Gereformeerde Bouwcorporatie voor Bejaarden, die woningen bouwt voor senioren, raakte in 2009 in de problemen, nadat de raad van commissarissen jaren achtereen te ambitieuze bouwplannen van de directeur goedkeurde. Achteraf bleek de directeur veelal zaken te doen met een bevriende zakenpartner. Volgens Justitie zou de directeur ook nog eens miljoenen euro’s aan deze deals hebben overgehouden. Tegen de directeur en een aantal andere betrokkenen loopt een strafzaak.

Het Centraal Fonds Volkshuisvesting vindt dat ook de commissarissen van SGBB veel te verwijten valt. ,,Ze hebben ondanks onze waarschuwingen ingestemd met de te grootschalige plannen van de directeur en daarom zijn ze nu aansprakelijk gesteld”, aldus CFV-directeur Jan van der Moolen.

Signaal

Bij de zeven aansprakelijk gestelde oud-commissarissen zijn ‘bekende namen’. Eén van hen is oud-CDA-kamerlid Pieter Jan Biesheuvel, momenteel voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). Een andere commissaris is Bas van den Dungen, nu lid van de Raad van Bestuur van Kentalis, een grote zorginstelling voor doven en slechthorenden. Een derde commissaris is Van Milligen.

Het Centraal Fonds betaalde in 2009 39 miljoen euro aan saneringssteun, om SGBB overeind te houden. ,,Wij hebben geld uit de corporatiesector moeten halen om SGBB te kunnen betalen, daarom willen we het nu terughalen. Ten tweede geldt dit ook als signaal, dat je als commissaris hier niet zomaar mee weg kunt komen. De verantwoordelijkheid heeft ook een keerzijde”, zei Van der Moolen in Nieuwsuur.

Een tweede corporatie zou dit ook kunnen overkomen, aldus Van der Moolen, doelend op de in problemen geraakte corporatie WSG uit Geertruidenberg. ,,Ook bij een tweede corporatie in het zuiden van het land hebben we aangegeven dat als er sprake is van saneringssteun de directeur en commissarissen aansprakelijk zullen worden gesteld”, aldus Van der Moolen. Hij verwacht dat de aankondiging van de claim veel stof zal doen opwaaien onder andere commissarissen in de corporatiesector: ,,Ik denk dat het hard zal aankomen, er misschien wel in zal dreunen als een bom. Tegelijkertijd hoop ik ook dat dit een stimulans zal zijn voor commissarissen om hun vak gewoon beter uit te oefenen.’’

Adequaat

In een schriftelijke verklaring zeggen de commissarissen dat ze nooit signalen van het CFV hebben gehad over een dreigend faillissement bij het doorzetten van het woningbouwprogramma. ,,Een dergelijke bewering is pertinent onwaar.’’ Verder noemen ze het door hen uitgevoerde toezicht bij SGBB gewetensvol en adequaat. ,,De actie van CFV heeft kennelijk tot doel om een daad te stellen tegen onvoldoende functionerende toezichthouders. Die actie is niet gerechtvaardigd jegens de leden van de Raad van Toezicht bij SGBB.’’

De zaak kwam aan het rollen in 2008, toen klokkenluiders uit de corporatie aan de bel trokken. Het toenmalige ministerie van VROM liet een onderzoek doen. Daaruit bleek onder andere dat sprake was van prijsopdrijving bij een aantal projecten en dat de raad van toezicht door Van der Z. vaak onjuist was geïnformeerd.