Nader onderzoek 30 of 50 kilometer in bebouwde kom

EDE De keuze voor een inrichting met 50 kilometer of 30 kilometer hangt af van nader onderzoek. Dat antwoordt het college op schriftelijke vragen van D66 en ChristenUnie. Deze partijen constateren dat veel wegen binnen de bebouwde komen niet veilig zijn voor fietsers en voetgangers. ,,Er wordt hard gereden. Het verschil met auto’s die 50 kilometer per uur rijden is te groot als alle weggebruikers dicht op elkaar zitten en snel met elkaar in contact komen.” De partijen vinden dat op alle wegen zonder fysiek gescheiden voorzieningen voor fietsers een maximum snelheid van 30 kilometer per uur ingesteld zou moeten worden, ten behoeve van de verkeersveiligheid.

Het college verwijst naar de nieuwe koersnota mobiliteit, waarin bijzondere aandacht wordt gegeven aan gebiedsontsluitingswegen met een maximum snelheid van 50 kilometer per uur, waar gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer niet goed gescheiden zijn. Er wordt naar gestreefd om op deze wegen gemotoriseerd en langzaam verkeer te scheiden. ,,Echter, op wegen waar dit niet mogelijk of haalbaar is, komt het verlagen van de maximum snelheid naar 30 kilometer per uur in beeld.”

Er zijn nogal wat factoren die een rol spelen of een weg in de bebouwde kom kan worden ingericht als 30 of 50 kilometer: ruimtelijke inpasbaarheid, aanwezigheid van vrachtverkeer, lijnbussen en nood- en hulpdiensten ,,en ook spelen participatietrajecten een rol in de einduitkomst. Kortom: het is maatwerk.” 

Het lijkt het college logisch bij bijvoorbeeld het veranderen van een weg in 30 in plaats van 50 kilometer ,,mee te liften als er groot onderhoud wordt gepleegd.” Dat kan lang duren, maar het kan worden versneld bij een gebiedsgerichte aanpak. De vaststelling van de Omgevingsvisie in februari en maart volgend jaar biedt daarvoor mogelijkheden.