Meer monumentenzorg wederopbouwtijd 1940-1965

18 februari 2009 om 00:00 Nieuws

EDE - De zorg voor monumenten in de gemeente Ede moet beter. Dat vindt wethouder Evert van Milligen. 'Monumentenzorg heeft nieuw beleid hard nodig' staat er in een memo van Claire Boels van de gemeente. ,,De conclusie is dat we te weinig doen op dit gebied'', reageert Van Milligen naar aanleiding van de startnotitie.

,,We moeten monumentenzorg verbreden. Het budget is nu aan de magere kant voor het onderhoud alleen al. We moeten markante gebouwen van 1940 tot 1965 goed onderhouden. Ik ben hier wel enthousiast voor, omdat de Veluwe toch een wat arm gebied is als je het hebt over architectuur'', aldus de wethouder.

Op de werkvloer van monumentenzorg in Ede worden knelpunten ervaren, omdat het huidige beleid niet meer past bij de ontwikkelingen in het werkveld en in de maatschappij. Het erfgoed uit de periode 1940-1965 (wederopbouwtijd) verdwijnt in hoog tempo. ,,In heel Nederland (ook in Ede) is de vernieuwing en herstructurering van naoorlogse wijken ingezet. Het gevolg is dat op grote schaal karakteristieke flatgebouwen, scholen, verpleegtehuizen en portiekwijken zijn verdwenen zonder te zijn nagegaan welke bijdrage ze konden leveren aan die nieuwe ontwikkelingen'', schrijft Boels.

Vorig jaar kwam uit een onderzoek naar de kerken dat onder meer De Goede Herderkerk en de Sint Antonius van Padua in Ede, als ook de Ichtuskerk in Bennkom in meerder opzichten waardevol zijn. De vraag is nu of dit ook geldt voor gebouwen als het Nizo aan de Kernhemseweg, of woonhuizen en gedenktekens als het mausoleum op de Paasberg. Boels: ,,Dit object willen we nu al graag beschermen en de voorbereidingen daarvoor worden momenteel getroffen.'' Ze wijst in dit verband en de bewuste periode op de aanwijzing als rijksmomument van het IVRO aan de Willem Dreeslaan in Bennekom.

Aanjager

Naast aandacht voor gebouwen uit de wederopbouwtijd, zou monumentenzorg zich niet meer alleen op objecten moeten richten, maar ook de relatie tot de omgeving op waarde moeten schatten. ,,Sinds 1999 is er een duidelijke ontwikkeling te onderscheiden in de beleving en waardering van erfgoed. Daar waar het vroeger voornamelijk om de instandhouding van solitaire objecten ging, gaat het recentelijk om de objecten in combinatie met hun omgeving. Deze benadering is verwoord in het Belvedere- en Belvoirbeleid van de afgelopen tien jaar.''

Inmiddels staat als een paal boven water dat het volwaardig integreren van cultuurhistorie in ruimtelijke plannen in meerdere opzichten een goede investering is. ,,Niet alleen verbindt het mensen met hun streek, stad of land, maar ook blijkt het een belangrijke, positieve factor voor de economische waarde. Niet alleen de waarde van het erfgoed zelf, maar ook die van omliggend vastgoed. Bovendien is het een trekker van publiek en op meerdere manieren een aanjager van de lokale economie.

Verder wil Ruimtelijke Ordening en Beheer daarom herbestemming van oude gebouwen stimuleren, een betere publieksvoorlichting realiseren en hoe zij de 'instrumenten' voor monumentenzorg kan aanpassen aan de behoeften in de samenleving.

foto's:

Een schets van hoe de nieuwbouw op het terrein van de voormalige Enka-fabriek eruit komt te zien en monumentale panden: Het Oude Politiebureau in Ede, Hotel Floor in Lunteren en een woning.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie