Zwangerschap is nu eenmaal risicovol

9 december 2009 om 00:00 Nieuws

Zelf werd Harm Jan geboren op 10 december 1944 in Rotterdam tijdens de hongerwinter. In de voetsporen van zijn vader, die ook gynaecoloog was, ging Harm Jan studeren in Groningen. Hij werd na de co-schappen in Deventer arts. De tropenopleiding in Leeuwarden volgde hij omdat Harm Jan de verhalen van een dokter uit de tropen geweldig vond. ,,Het heeft iets te maken met het omgaan met zogenaamde primitieve volken. Ik heb niks met geld, ben geen leidersfiguur voor het bedrijfsleven en houd niet echt van lesgeven’’, motiveert de arts zijn keuze om in 1973 al tropenarts te gaan werken in het noordwesten van Ghana.

Er waren jaren bij dat dr. Harm Jan Kwikkel 250 vrouwen op deskundige manier hielp om hun baby op de wereld te zetten. Hij was bijna dertig jaar actief als gynaecoloog in Ede en omgeving. Afgelopen donderdag, de dag waarop hij 65 jaar werd, nam hij afscheid in Ziekenhuis Gelderse Vallei. De Wageninger vindt dat de 29verhouding met patiënten in de loop der jaren 29zakelijker is geworden. Toch deed hij zijn werk met veel plezier, ook al viel het soms niet mee om tijdens 29operaties in korte tijd een besluit te nemen. Tekst en foto: Freek Wolff

Bij aankomst in Accra ontmoette hij één van de twee collega’s met wie hij zou samenwerken. Die kon het niet volhouden. Toch bleef Kwikkel, zelfs nadat hij de eerste twee dagen in het ziekenhuis al te maken kreeg met gescheurde baarmoeders. In veertien dagen raakte hij zelf tien kilo aan gewicht kwijt, omdat het afzien was. De operaties gingen gelukkig wel goed. In de beginfase stond Kwikkel hier alleen in een werkgebied van 200.000 mensen. Later kwamen er andere dokters bij en werd Kwikkel directeur van het ziekenhuis. ,,Ik vond het toch geweldig en ben verknocht aan Ghana. Je wordt vrolijk van de warmte, de muziek, de dans, de kleur.’’

Bovendien zag hij in Ghana een stuk medische uitdaging. ,,Je krijgt te maken met acute, soms zeldzame dingen en het geeft veel voldoening als je die op kunt lossen, ondanks het feit dat niet alles lukt en kinderen of moeders onder je handen dood gingen.’’ Kwikkel ervaarde dat Afrikanen op een andere manier omgaan met de dood. ,,Ghanezen rouwen anders. Ze zijn op het moment veel bedroefder en schreeuwen het uit. Daarna kunnen ze verder en ze hebben een enorme vitaliteit!’’

Omgang met verdriet om overleden personen vindt Kwikkel belangrijk. ,,In Afrika wordt het afscheid heel intens beleefd.’’ De arts merkte dat de jaren vijftig en zestig in Nederland wat dat betreft ‘hard’ waren. Tijdens zijn opleiding kwam er al meer aandacht voor het verdriet van de ouders en voor de verwerking. Daarom spande hij zich later in om op een begraafplaats in Bennekom en Wageningen een hoekje te reserveren voor te vroeg geboren en overleden foetussen.

In 1975 kwam Kwikkel terug naar Nederland en specialiseerde hij zich in de gynaecologie. Om diverse redenen vertrok hij in 1980 niet naar Afrika, mede omdat dr. Bouw hem graag als collega wilde hebben in Bennekom en ook om te promoveren, wat lukte in 1985. Tien jaar lang werkte hij ook met de Hongaarse dr. Jaszmann in dit Streekziekenhuis. Een ‘lot uit de loterij’. Het weerhield Kwikkel niet om vanaf 1982 regelmatig en vanaf 2001 elk jaar nog een maand naar Ghana te gaan. ,,Het geeft een enorme kick om daar te werken onder meer op het gebied van zogenoemde vesico-vaginale fistels (een opening tussen blaas en schede na een langdurige bevalling).’’

Vanaf 1990 verlegde Kwikkel zijn werkterrein naar het Pieter Pauw ziekenhuis in Wageningen. Samen met vier collega’s hielp hij toen in dit ziekenhuis bij zo’n duizend bevallingen per jaar. ,,We hadden geen eigen assistenten en na een bevalling moest je de volgende dag gewoon doorwerken...’’

Daardoor kreeg Kwikkel het In de jaren negentig zwaar en ontstonden er bij hem hartproblemen. De verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis in Ede zorgde voor een drastische verbetering. Er kwamen eigen arts-assistenten, we kregen deel in de opleiding gynaecologie in het cluster Nijmegen, er kwamen verloskundigen in dienst waarbij hij supervisie had en daarna altijd 24 uur vrij was.

Nu hoefde hij niet persé meer fysiek aanwezig te zijn bij iedere bevalling. ,,Ik had nooit het gevoel dat ik daardoor te laat was. Bij een groot probleem moet ook het team voor de operatiekamer (o.k.) er snel zijn. Het zal me niet verbazen dat het in de toekomst ervan komt dat de anesthesist en het o.k.-team verplicht in het ziekenhuis moeten slapen. ,,Ik ben hier een beetje ambivalent in, al heb ik de neiging om te zeggen dat die constructie wellicht iets beter is.’’

Dat brengt Kwikkel op een actuele discussie. Nederland staat op de twee na laagste plek als het gaat om kindersterfte bij bevallingen, in een rijtje van tien Europese landen. Geen goede score dus. ,,Ik deel de emotie, maar over het algemeen is de verloskundige zorg hier heel goed. De verschillen in Europa zijn heel klein (van 0,4 tot 0,7 procent), maar er kan wel iets verbeterd worden. In Zweden en Noorwegen doen ze het heel goed, maar dat gaat ten koste van een ontspannen thuisbevalling, terwijl de winst gering is. Ik denk dat het selectiesysteem in Nederland goed functioneert, ook al gaat er af en toe iets mis.’’

Als ervaren gynaecoloog noemt Kwikkel twee klassieke rampen op zijn vakgebied: een placenta die loslaat en een uitgezakte navelstreng. ,,Of je dan na een kwartier of een half uur aankomt, maakt dan niet meer uit. Ja, een thuisbevalling vind ik belangrijk. Kwantiteit gaat niet helemaal boven kwaliteit. Je ziet nu dat er in ziekenhuizen gezellige thuissituaties worden nagebootst, maar dat heeft z’n prijs. Het voordeel van alle bevallingen in het ziekenhuis is denk ik beperkt en ik vind het jammer als we zo gefixeerd raken op getallen.’’

Dat brengt hem op wat hij zelf een ander stokpaardje noemt. ,,Het is altijd vreselijk wanneer er een kind of moeder overlijdt, maar in Afrika gebeurt dat veel vaker en komen mensen er makkelijker overheen. Het hoort daar meer bij het leven. Echter, een zwangerschap en een bevalling blijven ook hier gepaard gaan met risico’s, maar dat lijkt uit het bewustzijn van mensen te verdwijnen. Het moet altijd maar goed gaan. En als het af en toe fout gaat, moet iemand de schuld krijgen.’’

De afweging van de risico’s vindt Kwikkel spannend, maar ook het leuke van het vak. In dertig jaar is er veel veranderd. ,,Zo vonden stuitbevallingen tot 1987 nog in zestig procent van de gevallen vaginaal plaats, maar na een studie leek dat het risico groter was dan gedacht. Vanaf dat moment hebben we de patiënt een grotere stem gegeven en kwam er meer voorlichting. Gevolg is wel dat er bij ‘een stuit’ meer keizersnedes plaatsvinden. Hierdoor overlijden er minder baby’s, maar meer moeders. Per jaar overlijden er ongeveer 20 vrouwen op 200.000 zwangeren. Van die twintig heeft tweederde deel een keizersnede gehad. Er zijn veel goede indicaties voor een keizersnede, maar wat je ook doet er blijft altijd een zeker risico tot ernstige complicaties en bij een keizersnee verschuift dat van kind naar de moeder. Dat wordt je soms kwalijk genomen.’’

Gelukkig heeft Kwikkel slechts een handjevol klachten gehad en slechts eenmaal een zogenoemde comparitie bij een rechtbank. Het had te maken met een kindje dat met een lamme arm ter wereld kwam. Gelukkig werd hij vrijgesproken, ,,maar toch heeft zo’n zaak een enorme impact.’’ Een arts mag geen fouten maken. Kwikkel onderschrijft dit. ,,Maar ondanks zorgvuldige afweging kun je achteraf bezien een verkeerde beslissing nemen. Soms wel vermijdbaar maar niet altijd verwijtbaar.’’ Nu is Kwikkel toch wel blij dat hij met pensioen gaat. ,,Vroeger was je hulpverlener. Nu is de patiënt meer kritisch consument geworden.’’

Wel zal hij het contact met de patienten en het werk op de polikliniek als ook de operaties missen, vooral op het gebied van zijn aandachtsgebieden: de zorg voor vrouwen met gynaecologische kanker en vrouwen met urine incontinentie. ,,Maar tot het eind van mijn carriére heb ik genoten van de verloskunde. Het blijft een wonder als er een gezonde baby wordt geboren en het geeft heel veel voldoening als je daaraan mag meewerken.’’

Er komt tijd vrij voor Kwikkels hobby: vogels kijken. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan en zal hij zich als voorzitter blijven inspannen voor stichting Vrienden van Bawku (www.bawkuhospital.org). In het ziekenhuis van Bawku is een nieuwe operatieafdeling gebouwd.

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie