Afbeelding
Ted Walker Fotografie

De mens achter het masker (2): ‘Ik mag hen een veilig gevoel geven’

14 april 2021 om 11:43 Zorg Coronavirus

EDE In de serie De mens achter het masker laat EdeStad.nl vier weken zien wie de mensen achter het masker zijn in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Waarom kozen zij voor hun vak? Wat gebeurde er met hen toen het coronavirus uitbrak? Houden ze het werken nog vol? Deze week een portret van Suzanne de Bruijn-Verhaagh.

Inmiddels kennen we allemaal het beeld van zorgmedewerkers die covid-19-patiënten behandelen, volledig ingepakt met een mondneusmasker, beschermende bril, handschoenen en een speciale overjas. Niet prettig om de hele dag in te moeten bewegen, en nog minder fijn omdat het een afstand creëert tussen de mens die er voor koos om anderen te helpen en degene die die hulp zo hard nodig heeft.

Suzanne de Bruijn-Verhaagh is 41 jaar en al 20 jaar verpleegkundige. Zij was dus nog jong toen ze als verpleegkundige ging werken in het Edese ziekenhuis aan de Willy Brandtlaan. Dat zij verpleegster wilde worden, wist ze al als klein meisje. ,,Ik kan me de verkleedspullen met het rode kruis erop nog als de dag van gisteren herinneren. Ik wilde voor anderen zorgen, dat was me al jong duidelijk.’’

DIENEND MENS Dat ‘zorgen voor mensen’ deed zij in verschillende vormen. Zo had zij bijvoorbeeld een bijbaan in een restaurant. Zou je kunnen zeggen dat Suzanne een ‘dienend mens’ is? ,,Ja dat denk ik wel. Daar word ik blij van. Helemaal in een ziekenhuis, daar komt er naast de menselijke zorg ook een technisch aspect bij kijken. Daarnaast zijn in een ziekenhuis veel mogelijkheden om te groeien, als mens en als professional. Bovendien vind ik het heel leuk om er voor mijn collega’s te zijn, in welke vorm dan ook.’’

UITDAGING Maar in tegenstelling tot in een restaurant, kom je in het ziekenhuis een spuit geven aan een patiënt die vaak niet op zijn of haar gemak is. ,,Dat is zeker waar. Maar ik vind het nou juist de uitdaging om die patiënt goed te begeleiden en uit te leggen waar ik mee bezig ben en vooral waarom. De patiënten met wie ik werk zijn vaak onzeker of angstig. En ik mag hen een veilig gevoel geven door goed te luisteren en uitleg te geven. Dat vind ik een prachtige rol.’’

Ik zie overal mogelijkheden en nieuwe ontwikkelingen

KARTREKKER De functie die Suzanne bekleedt, heet ‘regieverpleegkundige’. Wat houdt dat precies in? ,,Dat betekent dat ik geleerd heb om situaties breed te bekijken en een goede inschatting kan maken van wat er moet gebeuren. Toen ik op mijn 19e begon, was ik een verlegen meisje. Ik durfde niet goed voor mijn mening uit te komen. Maar in de patiëntenzorg leer je dagelijks van de dingen die je meemaakt. Door die 20 jaar in het ziekenhuis heb ik mij kunnen ontwikkelen tot een zelfstandige ‘kartrekker’. Zo typeer ik mezelf nu. Ik zie overal mogelijkheden en nieuwe ontwikkelingen die we kunnen implementeren.’’

BEVOORRECHT En toen was daar ineens een virus dat niemand zag aankomen en dat zich onvoorspelbaar gedroeg. Hoe was het voor haar toen covid-19 hard op de deur bonkte? ,,Ik voelde mij bevoorrecht dat ik iets kon betekenen in de crisis. Maar het was ook flink aanpoten. Ik werk op de hart- en longafdeling, die afdeling werd in gebruik genomen als covid-19-afdeling waar de covid-19-patiënten werden verpleegd. We hebben daar dingen meegemaakt waar we van onder de indruk waren en verdrietig van werden. De patiënten op de covid-19-afdeling liggen achter gesloten deuren in isolatie. We hadden daar in de eerste golf geen direct toezicht op. Het kon gebeuren dat een patiënt plotseling heel snel achteruit ging en overleed. Het was daarom iedere keer heel stressvol om een kamer binnen te gaan, omdat we niet wisten wat we zouden aantreffen. Als oplossing daarvoor zijn er nu camera’s geïnstalleerd, zodat we vanaf de verpleegpost kunnen zien hoe de patiënt erbij ligt.’’

Ik heb mij best wel eens afgevraagd of we het zouden redden met elkaar

ZELF BESMET Vrij kort na het uitbreken van covid-19 werd Suzanne zelf ziek door het virus. ,,Er waren destijds meerdere verpleegkundigen die ziek werden. Daar was ik er dus één van. Of ik zorgen heb gehad? Jazeker. Ik heb mij best wel eens afgevraagd of we het zouden redden met elkaar. En ook thuis heb ik die zorgen gehad, want we raakten allemaal besmet. Mijn man is flink ziek geweest. Uiteindelijk is hij op de spoedeisende hulp beland, waar hij in zijn eentje naar binnen moest. Ja, dat was wel even een heftig moment.” 

Al met al duurde het een half jaar voordat Suzanne weer volledig kon werken. Dat dit zo lang duurde was niet alleen te wijten aan corona. De vermoeidheid die haar vak met zich meebrengt, drukte ook op haar schouders. Vermoeidheid die bij Suzanne vooral ontstond doordat ze veel hooi op haar vork nam. ,,Tja. Nee zeggen. Hoe kun je ‘nee’ zeggen in de zorg? Als ik het niet doe, dan komt het op de schouders van mijn collega terecht. En die is net zo moe en heeft ook genoeg op zijn of haar bord liggen.’’

WERKDRUK Ze vervolgt: ,,De dag voor kerst ga ik nooit meer vergeten. Onze covid-19-afdeling liep die dag weer vol met patiënten met hoge alarmscores die veel zuurstof nodig hadden. Per verpleegkundige had je vier patiënten onder je hoede. Je was soms zo druk met één patiënt bezig, terwijl je wist dat op de andere kamers ook patiënten lagen die erg ziek waren. Daar wilde je ook naartoe, maar je kunt jezelf nu eenmaal niet opsplitsen. Even bijstand van je collega was er ook niet bij, want die had ook vier patiënten. Het ziektebeeld is ook zo onvoorspelbaar. Hoe we die dag hebben moeten werken en wat ik die dag aan leed gezien heb, was echt heel onprettig.’’

(de tekst gaat onder de foto verder)


Suzanne de Bruijn-Verhaagh:,,De dag voor kerst ga ik nooit meer vergeten.” - Ted Walker Fotografie

Toch was het niet allemaal ellende wat de klok sloeg. Covid-19 zette de bedrijfsvoering onder druk waardoor sommige processen versneld werden. ,,Het heeft ons ook echt veel gebracht’’, kijkt Suzanne terug naar de eerste golf. ,,Neem de rol van dagcoördinator die ik als regieverpleegkundige op me neem. Daar waren we al langer mee bezig, maar we vonden nog niet echt de vorm. Onder de hoge druk van covid-19 werd die rol snel veel duidelijker. We zijn er uiteindelijk goed doorheen gekomen, ondanks het feit dat ook binnen het personeel het ziekteverzuim door covid-19 hoog was.”

Ik denk dat ik sterker ben geworden. Door me niet te richten op wat niet kan, maar op wat we wél kunnen doen.

ZORGEN ,,Ik denk dat ik sterker ben geworden. Door me niet te richten op wat niet kan, maar op wat we wél kunnen doen. Tegelijk betrap ik mezelf er op dat ik voor een dienst alvast even kijk hoeveel patiënten er liggen die dag, zodat ik weet wat ik aan ga treffen. Dat heeft hetzelfde effect als de camera’s die nu in de kamers hangen. Ik weet liever wat ik aan ga treffen dan dat ik erdoor verrast word. Of ik bang ben? Nee, nog niet. Er is nagedacht over wat we gaan doen als een eventuele derde golf niet meer hanteerbaar is. Het geeft een goed gevoel dat daar draaiboeken voor klaarliggen.” 

,,Ik kan me wel zorgen maken over de omvang van een derde golf”, vervolgt ze. ,,Je wilt niet dat er gekozen moet worden tussen mensen die wel en niet geholpen kunnen worden. Gelukkig zien we dat scenario nu nog niet. Waar ik wel gefrustreerd van kan raken, is van mensen of politieke partijen die zeggen dat covid-19 niet bestaat. Dat is ook dagelijks onderwerp van gesprek op onze afdeling. Wat als het land vandaag weer open gaat? Dan zou het aantal besmettingen weer snel oplopen. Daar is het land nog niet klaar voor, er zijn nog te weinig mensen gevaccineerd.’’

Ik ben heel trots op wat we het afgelopen jaar met elkaar hebben neergezet

TROTS Suzanne ervaart dat zij binnen het ziekenhuis de strijd met de drukte en het leed gezamenlijk aangaan. ,,We werken in samengestelde teams van alle afdelingen. Iedereen draagt zijn of haar steentje bij. Waar het in de eerste golf echt zoeken was omdat alles nieuw was, liep het in de tweede golf wat gestroomlijnder. En dat is ook wat covid-19 gebracht heeft. Ik ben heel trots op wat we het afgelopen jaar met elkaar hebben neergezet. Het laat zien in wat voor professionele organisatie ik mag werken, leren en ontwikkelen. Waar ik over tien jaar sta? Dan hoop ik praktijkcoach te zijn, zodat ik collega’s kan coachen en mijn ervaringen met hun kan delen’’, zegt Suzanne de Bruijn-Verhaagh met een grote glimlach tot besluit.

door Ted Walker

Je las zojuist een artikel van Ede Stad.nl Premium. Wil je meer premium artikelen lezen, schrijf je dan in (klik hier).

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie