Dit is Jolanda Prins, de mens achter het masker.
Dit is Jolanda Prins, de mens achter het masker. Ted Walker Fotografie

De mens achter het masker (3): ‘Zo begeleiden we tot het allerlaatste moment’

21 april 2021 om 11:30 Zorg

EDE In de serie De mens achter het masker laat EdeStad.nl vier weken zien wie de mensen achter het masker zijn in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Waarom kozen zij voor hun vak? Wat gebeurde er met hen toen het coronavirus uitbrak? Houden ze het werken nog vol? Deze week een portret van Jolanda Prins, verpleegkundig specialist palliatieve zorg.

Inmiddels kennen we allemaal het beeld van zorgmedewerkers die covid-19-patiënten behandelen, volledig ingepakt met een mondneusmasker, beschermende bril, handschoenen en een speciale overjas. Niet prettig om de hele dag in te moeten bewegen, en nog minder fijn omdat het een afstand creëert tussen de mens die er voor koos om anderen te helpen en degene die die hulp zo hard nodig heeft.

Jolanda Prins is 56 jaar, getrouwd, moeder van 3 dochters en werkzaam in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Zij begon haar opleiding tot verpleegkundige in 1984 in het toenmalige Julianaziekenhuis aan de Stationsweg in Ede. Op de afdeling waar zij kwam te werken, werden ook chemokuren gegeven. ,,Dat ging echt heel anders dan nu”, vertelt Jolanda. ,,Er was nog geen aparte afdeling voor chemotherapie. Wij moesten als verpleegkundige zelf dingen voor de chemo bereiden. Je gaf de chemotherapie gewoon op de afdeling aan de patiënt, wat best wel spannend was om te doen. Het waren natuurlijk toxische stoffen, dus je moest zorgvuldig werken en had alleen handschoenen aan, verder niet. Die veiligheidsregels zijn in de loop der jaren veel strenger geworden, omdat bleek dat het voor medewerkers ook gevaarlijk was. Ik was toen een jaar of 23 en ben daar op die afdeling eigenlijk wel met vallen en opstaan volwassen geworden. Dat realiseer ik me nu wel.’’

MACHTELOOSHEID ,,Op een redelijk jonge leeftijd werd ik geconfronteerd met leven en dood. De eerste keer dat je daarmee in aanraking komt, heb je goede opvang nodig om dit voor jezelf te verwerken. Ik herinner mij het eerste sterfgeval dat ik heb meegemaakt nog precies. Het was rond 1985, dus heel wat jaren geleden. Maar ik weet het kamernummer nog en ik zie mij er nog naar toe lopen. Het betrof een wat oudere man die veel last had van benauwdheid en angst en daar overleed. Wat me daaraan het ergst trof, was de machteloosheid; ik kon niets doen voor deze man.’’

Zo krijgt de patiënt zelf de regie en dit vermindert vaak de angst

ANGST IN DE OGEN Die machteloosheid werd een rode draad door de loopbaan van Jolanda. ,,Ik heb bij zoveel patiënten angst in de ogen gezien. En daaruit is mijn missie ontstaan: die angst wegnemen of in ieder geval zoveel mogelijk verminderen. De onmacht die ik die eerste keer voelde, wilde ik omzetten in de mogelijkheid om te kunnen helpen. Iets te kunnen betekenen en toevoegen op dat laatste moment in iemands leven. Op dat moment waar angst en onzekerheid voor hem of haar de boventoon voert. Ik kwam ook snel tot de ontdekking dat mijn plek bij interne geneeskunde lag, voornamelijk bij oncologiepatiënten. Omdat ik merkte dat je veel voor deze mensen kunt betekenen. Je kunt tot steun zijn in een heel moeilijk traject.’’

TOT HET LAATST BETROKKEN Zo begon Jolanda in 2002 met palliatieve zorg, de zorg wanneer genezing niet meer mogelijk is, waarbij de zorg gericht is op het zoveel mogelijk behouden van kwaliteit van leven. Jolanda ontwikkelde zich daarin verder en behaalde in 2015 een master op dit gebied. ,,Met een oncoloog samen hebben we een palliatief team in het ziekenhuis opgezet. Om juist in de palliatieve fase met een veranderend levenseindeperspectief passende zorg te kunnen bieden aan patiënt en naasten, om van toegevoegde waarde te zijn. Die hulp begint op het moment van diagnose, wanneer blijkt dat de laatste levensfase is ingegaan. Aan de ene kant helpen we dan heel praktisch met meedenken in wensen die dan spelen. Zoals: over welke zaken wil je nadenken, wat zijn dingen die je geregeld wilt hebben? Maar vooral ook: angst wegnemen. We doen dit met een proactief beleid: als dit gebeurt, dan kun je dat doen. Zo krijgt de patiënt zelf regie. Bij veel mensen vermindert dit hun angst. En zo begeleiden we tot het allerlaatste moment. We kunnen niet voorkomen dat mensen doodgaan, maar ik blijf als verpleegkundig specialist tot het laatst betrokken en geef wat ik ze kan geven.”

(de tekst gaat onder de foto verder)


Jolanda Prins: ,,Ik blijf als verpleegkundig specialist tot het laatst betrokken en geef wat ik ze kan geven.’’ - Ted Walker Fotografie

Dat was er weer een voor het ‘tranenpotje’, zeggen we dan

HET TRANENPOTJE ,,Ik zie veel patiënten. Die ervaringen stapelen op. Wekelijks spreek ik met mijn collega’s van het palliatieve team en dan delen we ervaringen met elkaar, zoals de gevoelens van machteloosheid. Door te delen maken we het hanteerbaar. We weten van elkaar wat we meemaken, dus je hebt vaak aan een paar woorden al genoeg. ‘Dat was er weer een voor het tranenpotje,’ zeggen we dan. Als het potje overstroomt door te veel van deze ervaringen, helpt het om dit tegen elkaar uit te spreken. Soms is een ervaring zo heftig dat we het echt goed met elkaar tot in detail bespreken. Daarmee geven we het een plek, om weer door te kunnen.’’

HET OVERVIEL ONS ENORM En dan sta je als doorgewinterde verpleegkundige ineens in een Covid-19 pandemie. Dan komen er opeens nieuwe scenario’s. Wat gebeurde er toen? ,,Het overviel ons enorm’’, vertelt Jolanda. ,,Wat gebeurt hier, vroeg ik mij af? Ik heb toen veel machteloosheid gevoeld, ik zag de angst bij de patiënten. Hoe ga je deze mensen op een goede manier ondersteunen? Hoe verloopt deze ziekte? Mogen we naasten bij de patiënt laten? Hebben we genoeg persoonlijke beschermingsmiddelen? Als palliatief team zijn we heel bewust gaan kijken hoe we van toegevoegde waarde kunnen zijn. Niet alleen voor de patiënten, maar ook voor de naasten én de verpleegkundigen. Hoe kunnen we dit draaglijk maken voor iedereen?’’

Hoe kunnen we dit draaglijk maken voor iedereen

WAT ALS? ,,We zijn de draaiboeken uit fase één aan het aanscherpen. Dat geeft ons rust. Uit die eerste periode hebben we veel geleerd wat we nu weer kunnen gebruiken. Maar we maken ons zorgen over de derde golf. Wat komt er op ons af? Wat gebeurt er met de mensen die er zo slecht aan toe zijn dat ze een opname op de intensive care waarschijnlijk niet meer aankunnen? In het ergste geval: wat als er geselecteerd moet worden tussen mensen die wel en niet kunnen worden opgenomen?’’

KERN VAN HAAR WERK Dat zijn maar een paar van de vragen die Jolanda bezig houden. Maar als je haar vraagt naar wat de kern is van haar werk, waarom ze dit al zoveel jaar doet en ze ook weer met strijdkracht een derde golf in zal gaan, is ze kort en duidelijk: ,,Ik wil dat mensen rustig, zonder angst in hun ogen op hun sterfbed mogen liggen. Helaas is dat niet altijd de realiteit, maar ik hoop daar wel in bij te dragen.’’

door Ted Walker

Je las zojuist een artikel van Ede Stad.nl Premium. Wil je meer premium artikelen lezen, schrijf je dan in (klik hier).

Mail de redactie
Meld een correctie

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie