Jan Pieter van der Schans: ‘We rooien het met elkaar’

EDE Het CDA is in Den Haag geen florissant politiek toonbeeld, dat erkent ook Jan Pieter van der Schans (30). De Edenaar was zes jaar raadslid voor deze partij en nu twee jaar wethouder. In maart is hij lijsttrekker voor het lokale CDA.

Een insectenposter hangt naast een vergeeld stemformulier uit 1966. ,,Ik ben verantwoordelijk voor biodiversiteit en natuur. En op die lijst staat iemand van de CHU met dezelfde achternaam als ik, dus dat vind ik wel leuk.” Van der Schans houdt van wielrennen, lezen, heeft een echtgenoot, een dochter en woont in een gerestaureerd kazernegebouw.

Hij vindt het goed dat alle partijen die hun zegje willen doen, die kans krijgen, ook al duren vergaderingen daardoor soms erg lang. De manier waarop er gedebatteerd wordt, vindt hij een ander verhaal. ,,Het lijkt soms dat politiek één groot polarisatietheater is geworden (verwijzend naar Den Haag). Om naar de ander te schreeuwen hoe slecht hij en hoe goed jij het doet, alsof de Edenaar hier iets mee opschiet. Dan is je politieke opponent je vijand, maar zo kijk ik er niet naar. Je hoeft de ander niet weg te zetten als een volslagen idioot, want de andere partijen hebben ook het beste voor met Ede. Je mag scherp verschillen van mening, maar tegenstellingen kun je overbruggen, want aan het eind van de rit moet je met elkaar samenwerken. Dat doe je thuis, in de straat, op de sportclub, in de kerk en in de politiek.”

Van der Schans onderkent dat er nogal eens iets mis gaat in de politiek, wat het wantrouwen voedt (toeslagenaffaire en strubbelingen binnen het CDA). ,,Onderling gedoe levert niks op. Pieter Omtzigt laat zien dat je kritisch moet kijken naar wat er om je heen gebeurt. Doen we het nog goed en waarom duurt iets zo lang? Wees daar open over. Informatie moet goed voorhanden zijn, ook lokaal.”

De coronacrisis vond de wethouder de ‘grootste klus’ van de afgelopen twee jaar, omdat dit veel impact had op inwoners. ,,Ik wilde de keuzes vanuit Den Haag niet ondergraven, maar kon wel meeleven met horeca en ondernemers. Daar zat ik ongemakkelijk tussen. Je hebt een luisterend oor, maar je hebt niet gek veel te bieden. Je kijkt wat je lokaal kunt doen, maar gezien de enorme problemen is dat niet altijd enorm veel.” 

De wethouder beseft dat óók de lokale politiek vaak een ver-van-mijn-bedshow is en weet dat de burger vooral gebaat is bij goede jeugdzorg, een schoon plantsoen, een geleegde kliko en goede wegen. Hij doet zijn best om benaderbaar te zijn. ,,De volksvertegenwoordigers moet je kunnen spreken. Als mensen me aanschieten, kijk je of je ergens iets aan kunt doen.”

FOODVALLEY Hij vindt dat Ede zich binnen de Regio Foodvalley nog beter in positie kan brengen richting provinciaal en landelijk bestuur. Van der Schans wijst erop dat deze organisatie niet alleen met voeding te maken heeft, maar een instrument is om op alle terreinen breed samen te werken (zoals de infrastructuur). ,,De gemeenteraad moet er wel bovenop zitten om goed keuzes te kunnen maken.”

De woningnood en prijsstijgingen van huizen ziet Van der Schans met lede ogen aan. ,,Laten we vooral betaalbare huizen bouwen. Rondom het nieuwe station Ede-Wageningen worden 570 woningen gerealiseerd, omdat je daar ook de hoogte in gaat. Dat lef moeten we hebben in Ede. Ook in de dorpen wil het CDA bouwen, voor starters, gezinnen en ouderen.”

Terugblikkend ziet de wethouder dat het fijn was om vrijwilligers en mantelzorgers een steuntje in de rug te geven. ,,Corona toonde pijnlijk aan hoe belangrijk het is dat je samen bent. Dat je plekken hebt waar dat kan, van sportlocaties tot buurthuizen. Misschien is dat ook onze grootste opgave. We moeten het met elkaar rooien. Dat het in de samenleving minder gaat over ik en meer over wij.”

Dit artikel komt uit de verkiezingsspecial die op woensdag 9 maart is verschenen in de papieren Ede Stad. Kijk voor alle artikelen over de gemeenteraadsverkiezingen in ons Verkiezingsdossier.